Betreden besloten plaatsen
De in de artt. 126k/126r Sv geregelde bevoegdheid om besloten plaatsen te betreden is een zelfstandige bijzondere bevoegdheid die moet worden onderscheiden van de in deartt. 126g/126o Sv (stelselmatige observatie) en 126l/126s Sv (opnemen van vertrouwelijke communicatie) geregelde betredingsbevoegdheden. In deze laatste gevallen gaat het namelijk om afgeleide bevoegdheden die de toepassing van een bijzondere opsporingsbevoegdheid mogelijk maken.
In de artt. 126k/126r Sv wordt een limitatieve opsomming gegeven van de opsporingsactiviteiten die op een besloten plaats (niet zijnde een woning) kunnen worden uitgeoefend. Het gaat om het opnemen van die plaats, het aldaar veiligstellen van sporen of het plaatsen van een technisch hulpmiddel teneinde de aanwezigheid of verplaatsing van een goed vast te kunnen stellen.
Indien opsporingsambtenaren in het kader van de uitvoering van een bevel ex artt. 126k/126r Sv in een besloten plaats worden geconfronteerd met voorwerpen waarvan het aanwezig hebben of voorhanden hebben volgens de wet verboden is vanwege schadelijkheid voor de volksgezondheid (bijvoorbeeld drugs) of gevaar voor de veiligheid (bijvoorbeeld vuurwapens) bestaat in beginsel een verplichting tot onmiddellijke inbeslagneming (art. 126ff Sv). In dit geval zal in overleg met de officier van justitie bepaald moeten worden of tot inbeslagneming kan worden overgegaan of dat de inbeslagneming kan worden uitgesteld.
Besloten plaats
Een besloten plaats, niet zijnde een woning, is een niet openbare en een niet voor een ieder toegankelijke plaats, zoals een erf of een loods. Ook fabrieks- of bedrijfsruimten die niet vallen onder het begrip woning, kunnen hieronder vallen. Openbare plaatsen of voor een ieder toegankelijke gebouwen en plaatsen, zoals de hal van een ziekenhuis, een station of een winkel vallen niet onder het begrip openbare plaatsen (Kamerstukken II, 25403, nr. 3 MvT, artikelsgewijze toelichting bij art. 126k Sv.).
Er wordt ook strikt onderscheid gemaakt tussen een besloten plaats en een vervoermiddel. Die laatste is dus geen openbare plaats.