Toevoegen stukken aan strafdossier
Ingevolge art. 414, eerste lid tweede volzin, Sv zijn het OM en de verdachte bevoegd voor of bij de behandeling van een zaak in hoger beroep nieuwe bescheiden of stukken van overtuiging over te leggen.
Beginselen behoorlijke procesorde
De uitoefening van die bevoegdheid om stukken aan het strafdossier toe te voegen is onderworpen aan de eisen die voortvloeien uit de beginselen van een behoorlijke procesorde. Een algemene regel daaromtrent valt niet te geven. Van geval tot geval zal dus moeten worden beoordeeld of aan die eisen is voldaan, waarbij mede betekenis toekomt aan de (belastende dan wel ontlastende) aard van de over te leggen bescheiden of stukken en, indien het gaat om belastende bescheiden of stukken, aan de (al dan niet complexe) aard van de te berechten zaak en het stadium waarin de procedure zich bevindt (vgl. HR 16 november 1999, LJN ZD1451, NJ 2000/214).
- bij zeer privacygevoelige stukken
De rechter of het openbaar ministerie zal gegevens van zeer persoonlijke en vertrouwelijke aard immers niet, althans niet zonder toestemming van de betrokkene, aan een dossier in een tegen een ander lopende strafzaak kunnen toevoegen, aangezien het in art. 8, eerste lid, EVRM gewaarborgde recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer zich ertegen verzet dat dergelijke gegevens zonder meer ten behoeve van een ander doel dan waarvoor zij zijn verschaft, worden gebruikt en in een wijdere kring bekend worden (vgl. HR 27 november 2007, LJN BB8765, NJ 2008/173 en HR 5 juli 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ6562)