Bloed in vingertop handschoen
In het bloed van het slachtoffer op de plaats delict is een stukje van een handschoen gevonden. Het betreft een vingertop van een handschoen. Deze vingertop is naar het NFI gestuurd voor nader onderzoek. Blijkens het NFI-rapport van 20 oktober 2008 is op de binnenzijde van de vingertop een DNA-profiel, een biologische contactspoor, aangetroffen dat matcht met het DNA-profiel van de verdachte. [..] DNA-onderzoeksresultaten dienen, naar het oordeel van de rechtbank, met een zeer grote mate van voorzichtigheid te worden geïnterpreteerd. Nu zich in het dossier naast voornoemd DNA-profiel geen andere valide bewijsmiddelen bevinden, kan niet met een voldoende mate van zekerheid worden vastgesteld dat de verdachte het hem ten laste gelegde heeft begaan en dient de verdachte van de hem ten laste gelegde feiten te worden vrijgesproken (rb ‘s-Gravenhage, 9 juli 2009, ECLI:NL:RBSGR:2009:BJ2143).
Rechtbank: Enkel bloed in handschoen is onvoldoende bewijs
In het bloed van het slachtoffer [slachtoffer] op de plaats delict is een stukje van een handschoen gevonden. Het betreft een vingertop van een handschoen. Deze vingertop is naar het NFI gestuurd voor nader onderzoek.
Blijkens het NFI-rapport van 20 oktober 2008 is op de binnenzijde van de vingertop een DNA-profiel, een biologische contactspoor, aangetroffen dat matcht met het DNA-profiel van de verdachte. Er worden twee scenario’s beschreven en het scenario dat het celmateriaal in de bemonstering afkomstig is van de verdacht is 290 miljoen maal waarschijnlijker dan het scenario dat het celmateriaal afkomstig is van een willekeurige man.
De raadsman heeft ter terechtzitting een aantal scenario’s geschetst betreffende de wijze waarop het DNA van de verdachte in vingertop van de gevonden handschoen terecht zou kunnen zijn gekomen, maar – zoals reeds door de verdediging is gesteld – worden deze scenario’s niet ondersteund door enig ander bewijsmiddel.
DNA-onderzoeksresultaten dienen, naar het oordeel van de rechtbank, met een zeer grote mate van voorzichtigheid te worden geïnterpreteerd.
Nu zich in het dossier naast voornoemd DNA-profiel geen andere valide bewijsmiddelen bevinden, kan niet met een voldoende mate van zekerheid worden vastgesteld dat de verdachte het hem ten laste gelegde heeft begaan en dient de verdachte van de hem ten laste gelegde feiten te worden vrijgesproken.