Cameratoezicht is geen stelselmatige observatie

Het meekijken met de camerabeelden via cameratoezicht kan niet worden aangemerkt als een stelselmatige observatie (vlg HR 20 april 2004, LJN: AL8449:

“Hetgeen door het Hof feitelijk is vastgesteld komt erop neer dat, overigens gedurende een korte tijd, door middel van camera’s gedragingen van de verdachte die zich in het openbaar afspeelden, zijn waargenomen. In het oordeel van het Hof dat de persoonlijke levenssfeer van de verdachte niet is aangetast, ligt besloten dat die waarneming geen betrekking had op een situatie waarin de verdachte mocht verwachten onbevangen zichzelf te kunnen zijn. Dat oordeel getuigt niet van een onjuiste rechtsopvatting, terwijl het, ook in het licht van het gevoerde verweer, niet onbegrijpelijk is. Het draagt de verwerping van het verweer zelfstandig, zodat buiten beschouwing kan blijven hetgeen het Hof ter verwerping van het verweer daarenboven nog heeft overwogen.”

Tegenwoordig heeft cameratoezicht zelfs een wettelijke basis gekregen in artikel 151c Gemeentewet.

Direct contact met een advocaat?
Meld gratis en vrijblijvend uw zaak aan.
Zaak aanmelden