Mededelingen advocaat geen bewijs in strafzaak
Geplaatst op: 10 november 2018In HR 25 september 2018, ECLI:NL:HR:2018:1773 bevestigt de Hoge Raad dat de mededelingen van de advocaat niet gebruikt mogen worden voor het bewijs.
“In zijn bewijsoverweging heeft Hof geoordeeld dat de verklaring van verdachte een kennelijke leugen was om de waarheid te verhullen, waarbij het heeft betrokken “dat namens verdachte door diens raadsman naar voren is gebracht dat verdachte hem heeft meegedeeld dat het zijn, verdachtes, eigen aanhangwagen betrof”. Daarin ligt als ’s Hofs rechtsopvatting besloten dat een door raadsman ttz. gedane mededeling kan worden aangemerkt als wettig b.m. a.b.i. art. 339.1 Sv en derhalve voor het bewijs kan worden gebezigd. Die opvatting is onjuist (vgl. ECLI:NL:HR:2016:2649), nog daargelaten dat het oordeel van de rechter, inhoudende dat een verklaring van verdachte kennelijk leugenachtig is en is afgelegd om de waarheid te bemantelen, geen grondslag kan vinden in verklaringen van personen omtrent hetgeen verdachte aan hen heeft medegedeeld (vgl. ECLI:NL:HR:2005:AT2897).”
Lees meer >
Geldigheid gedragskundige rapportage is 1 jaar
Geplaatst op: 02 oktober 2018Als aanvang van de in art. 37, tweede lid, Sr genoemde termijn van een jaar geldt de dagtekening van het daar bedoelde advies, respectievelijk van het eerst uitgebrachte van de daar bedoelde adviezen. Als eindpunt van deze termijn geldt de dag waarop het onderzoek ter terechtzitting dat tot oplegging van de maatregel heeft geleid, overeenkomstig het bepaalde in art. 270 Sv is aangevangen, onderscheidenlijk opnieuw is aangevangen (HR 25 mei 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL6742, rov. 3.4. Zie voor de PIJ-maatregel HR 15 mei 2007, ECLI:NL:HR:2007:BA0518, NJ 2007/302, rov. 4.5. en ECLI:NL:HR:2018:736)
Lees meer >
Verklaring verdachte in reclasseringsrapport mag niet voor het bewijs worden gebruikt
Geplaatst op: 29 maart 2017De verklaring van de verdachte over het strafbare feit in een reclasseringsrapport mag NIET worden gebruikt voor het bewijs van het ten laste gelegde. Dat heeft de Hoge Raad bepaald in zijn uitspraak van 18 september 2007, ECLI:NL:HR:2007:BA3610.