Bewijsmiddelen Archives - Bewijs in strafzaken https://bewijs-in-strafzaken.nl/informatie-bewijsmiddelen/ Sat, 10 Nov 2018 15:01:38 +0000 nl hourly 1 https://wordpress.org/?v=6.1.7 Mededelingen advocaat geen bewijs in strafzaak https://bewijs-in-strafzaken.nl/mededelingen-advocaat-geen-bewijs-in-strafzaak/ https://bewijs-in-strafzaken.nl/mededelingen-advocaat-geen-bewijs-in-strafzaak/#respond Sat, 10 Nov 2018 15:01:38 +0000 https://bewijs-in-strafzaken.nl/?p=1658 In HR 25 september 2018, ECLI:NL:HR:2018:1773 bevestigt de Hoge Raad dat de mededelingen van de advocaat niet gebruikt mogen worden voor het bewijs. “In zijn bewijsoverweging heeft Hof geoordeeld dat de verklaring van verdachte een kennelijke leugen was om de waarheid te verhullen, waarbij het heeft betrokken “dat namens verdachte door diens raadsman naar voren is gebracht […]

The post Mededelingen advocaat geen bewijs in strafzaak appeared first on Bewijs in strafzaken.

]]>
In HR 25 september 2018, ECLI:NL:HR:2018:1773 bevestigt de Hoge Raad dat de mededelingen van de advocaat niet gebruikt mogen worden voor het bewijs.
“In zijn bewijsoverweging heeft Hof geoordeeld dat de verklaring van verdachte een kennelijke leugen was om de waarheid te verhullen, waarbij het heeft betrokken “dat namens verdachte door diens raadsman naar voren is gebracht dat verdachte hem heeft meegedeeld dat het zijn, verdachtes, eigen aanhangwagen betrof”. Daarin ligt als ’s Hofs rechtsopvatting besloten dat een door raadsman ttz. gedane mededeling kan worden aangemerkt als wettig b.m. a.b.i. art. 339.1 Sv en derhalve voor het bewijs kan worden gebezigd. Die opvatting is onjuist (vgl. ECLI:NL:HR:2016:2649), nog daargelaten dat het oordeel van de rechter, inhoudende dat een verklaring van verdachte kennelijk leugenachtig is en is afgelegd om de waarheid te bemantelen, geen grondslag kan vinden in verklaringen van personen omtrent hetgeen verdachte aan hen heeft medegedeeld (vgl. ECLI:NL:HR:2005:AT2897).”

The post Mededelingen advocaat geen bewijs in strafzaak appeared first on Bewijs in strafzaken.

]]>
https://bewijs-in-strafzaken.nl/mededelingen-advocaat-geen-bewijs-in-strafzaak/feed/ 0
Geldigheid gedragskundige rapportage is 1 jaar https://bewijs-in-strafzaken.nl/geldigheid-gedragskundige-rapportage-is-1-jaar/ https://bewijs-in-strafzaken.nl/geldigheid-gedragskundige-rapportage-is-1-jaar/#respond Tue, 02 Oct 2018 16:48:23 +0000 https://bewijs-in-strafzaken.nl/?p=1638 Als aanvang van de in art. 37, tweede lid, Sr genoemde termijn van een jaar geldt de dagtekening van het daar bedoelde advies, respectievelijk van het eerst uitgebrachte van de daar bedoelde adviezen. Als eindpunt van deze termijn geldt de dag waarop het onderzoek ter terechtzitting dat tot oplegging van de maatregel heeft geleid, overeenkomstig […]

The post Geldigheid gedragskundige rapportage is 1 jaar appeared first on Bewijs in strafzaken.

]]>
Als aanvang van de in art. 37, tweede lid, Sr genoemde termijn van een jaar geldt de dagtekening van het daar bedoelde advies, respectievelijk van het eerst uitgebrachte van de daar bedoelde adviezen. Als eindpunt van deze termijn geldt de dag waarop het onderzoek ter terechtzitting dat tot oplegging van de maatregel heeft geleid, overeenkomstig het bepaalde in art. 270 Sv is aangevangen, onderscheidenlijk opnieuw is aangevangen (HR 25 mei 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL6742, rov. 3.4. Zie voor de PIJ-maatregel HR 15 mei 2007, ECLI:NL:HR:2007:BA0518, NJ 2007/302, rov. 4.5. en ECLI:NL:HR:2018:736)

Gebruik niet actuele rapporten

Tegelijk eist de Hoge Raad niet dat de rechter zich bij het vormen van zijn oordeel enkel op actuele adviezen baseert. In HR 5 december 2006, ECLI:NL:HR:2006:AZ0634 oordeelde de Hoge Raad dat de opvatting dat een rapport in een geval ‘waarin de rechter zijn beslissing mede op twee actuele gedragskundige rapporten heeft gebaseerd, slechts in aanmerking genomen mag worden indien het voldoet aan het in art. 37, tweede lid, Sr bedoelde actualiteitsvereiste’ geen steun vindt in het recht. In HR 19 april 2011, ECLI:NL:HR:2011:BP2743, NJ 2011/198 had het hof vastgesteld dat het op 30 december 2009 uitgebrachte PBC-rapport ten dele was gebaseerd op een eerder PBC-rapport van 13 januari 2006. Vanwege de weigering van de verdachte om daaraan mee te werken kon weliswaar geen volledig psychologisch en psychiatrisch onderzoek worden uitgevoerd, maar de verdachte was wel geobserveerd. Uw Raad oordeelde dat het hof gelet op deze vaststellingen zijn oordeel dat het gebruikte PBC-rapport van 30 december 2009 was aan te merken als een rapport als bedoeld in art. 37a, derde lid, Sr in verbinding met art. 37, tweede lid, Sr toereikend had gemotiveerd. Dat de regel van art. 37, tweede lid, Sr geen strakke verplichting bevat betreffende de wijze waarop het hof zich dient te informeren, volgt ook uit het derde lid van dit artikel, dat in art. 37a, derde lid, Sr eveneens van overeenkomstige toepassing wordt verklaard. Dat derde lid van art. 37 Sr brengt mee dat het tweede lid bij (kort gezegd) een weigerende observandus buiten toepassing blijft (Vgl. bijvoorbeeld HR 4 juni 2006, ECLI:NL:HR:2006:AV0404; HR 24 januari 2006, ECLI:NL:HR:2006:AU6776, NJ 2006/108.)

Ik kan mij omstandigheden voorstellen waaronder de ratio van art. 37, tweede lid, Sr, van toepassing verklaard in art. 37a, derde lid, Sr meebrengt dat de rechter, ook al is aan de letter van de bepaling voldaan, een nieuw rapport dient te laten opstellen.

De norm van een jaar is gekoppeld aan de aanvang van het onderzoek ter terechtzitting. In die norm ligt besloten dat de inhoudelijke behandeling later dan een jaar na het uitbrengen van het rapport kan plaatsvinden. Voor deze formulering van de norm is destijds uitdrukkelijk gekozen, mede in het licht van moeilijkheden die de eerdere, strakkere norm (een half jaar) in de praktijk had opgeleverd (zie Kamerstukken II 1992/93, 22 909, nr. 3, p. 3). Daarbij is als voordeel benoemd dat deze verlenging het mogelijk maakte ‘dat de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging zonder een nader advies zowel in eerste aanleg als in hoger beroep kan worden opgelegd (a.w., p. 4).

Een overschrijding met ruim zeven maanden komt dan niet zo excessief voor dat een nieuwe behandeling reeds om die reden aangewezen is (ECLI:NL:HR:2018:736).
Wanneer de deskundigen ter terechtzitting nog zijn bevraagd als getuige-deskundigen is helemaal voldaan aan het actualiteitsvereiste nu er dan recente informatie is.

The post Geldigheid gedragskundige rapportage is 1 jaar appeared first on Bewijs in strafzaken.

]]>
https://bewijs-in-strafzaken.nl/geldigheid-gedragskundige-rapportage-is-1-jaar/feed/ 0
Verklaring verdachte in reclasseringsrapport mag niet voor het bewijs worden gebruikt https://bewijs-in-strafzaken.nl/verklaring-verdachte-in-reclasseringsrapport-mag-niet-voor-het-bewijs-worden-gebruikt/ https://bewijs-in-strafzaken.nl/verklaring-verdachte-in-reclasseringsrapport-mag-niet-voor-het-bewijs-worden-gebruikt/#respond Wed, 29 Mar 2017 08:12:13 +0000 https://bewijs-in-strafzaken.nl/?p=1545 De verklaring van de verdachte over het strafbare feit in een reclasseringsrapport mag NIET worden gebruikt voor het bewijs van het ten laste gelegde. Dat heeft de Hoge Raad bepaald in zijn uitspraak van 18 september 2007, ECLI:NL:HR:2007:BA3610. “Het uitbrengen van het adviesrapport, welk rapport kennelijk op de voet van art. 10 Reclasseringsregeling 1995 is opgemaakt […]

The post Verklaring verdachte in reclasseringsrapport mag niet voor het bewijs worden gebruikt appeared first on Bewijs in strafzaken.

]]>
De verklaring van de verdachte over het strafbare feit in een reclasseringsrapport mag NIET worden gebruikt voor het bewijs van het ten laste gelegde. Dat heeft de Hoge Raad bepaald in zijn uitspraak van 18 september 2007, ECLI:NL:HR:2007:BA3610.

“Het uitbrengen van het adviesrapport, welk rapport kennelijk op de voet van art. 10 Reclasseringsregeling 1995 is opgemaakt in het kader van de zogenaamde ‘vroeghulp’ en een rapport is als bedoeld in art. 62, vierde lid, Sv, behoort tot de reclasseringswerkzaamheden als bedoeld in art. 8, eerste lid onder b, Reclasseringsregeling 1995, kort gezegd: het doen van onderzoek naar en het geven van voorlichting over de verdachte.

Daarbij gaat het om een kort verslag van door de reclasseringswerker aan de hand van in een gesprek met de in verzekering gestelde verdachte verkregen informatie, in het bijzonder met het oog op beslissingen over de voorlopige hechtenis. Een zodanig rapport strekt tot het geven van voorlichting over de persoon, de persoonlijkheid en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Mede tegen de achtergrond van de hulpverleningsrelatie waarin de reclasseringsambtenaar tot de verdachte staat, mag de verklaring van de verdachte in een dergelijk adviesrapport niet worden gebruikt voor het bewijs van het tenlastegelegde.”

The post Verklaring verdachte in reclasseringsrapport mag niet voor het bewijs worden gebruikt appeared first on Bewijs in strafzaken.

]]>
https://bewijs-in-strafzaken.nl/verklaring-verdachte-in-reclasseringsrapport-mag-niet-voor-het-bewijs-worden-gebruikt/feed/ 0