Sigarettenpeuk met DNA van verdachte onvoldoende bewijs
De enkele vondst van het DNA van verdachte op een sigarettenpeuk in het pand waar de diefstal was gepleegd, levert onvoldoende wettig bewijs op voor het koppelen van verdachte aan de diefstal (Rb Groningen, 7 december 2009, ECLI:NL:RBGRO:2009:BK5764).
Rechtbank: sigarettenpeuk met DNA verdachte is onvoldoende bewijs
Het onder 1 primair ten laste gelegde behelst – kort gezegd – diefstal met braak uit een woning aan het [adres1] te Groningen op 12 maart 2008. Subsidiair is een poging tot het plegen van dat misdrijf ten laste gelegd. Verdachte heeft het feit ontkend. Het dossier bevat een aangifte van [slachtoffer1], die heeft verklaard dat hij op 12 maart 2008 een persoon met een laptoptas uit het raam van voornoemde woning zag springen. Uit deze verklaring blijkt echter niet dat dit verdachte betreft. Voorts bevat het dossier een verklaring van
[getuige1], die heeft verklaard dat hij op 12 maart 2008 een man met een laptoptas uit voornoemde woning zag springen, en een verklaring van [getuige2], die heeft verklaard dat zij op 12 maart 2008 een man met een wit plastiekje bij de deur van voornoemde woning zag staan. Uit beide verklaringen blijkt echter niet dat dit verdachte betreft. Ook bevat het dossier een proces-verbaal van de technische recherche en een deskundigenrapport van het NFI. Daaruit blijkt dat er op 12 maart 2008 een sigarettenpeuk in de woning aan het [adres1] te Groningen is aangetroffen en dat die peuk op DNA-sporen is onderzocht. Deze sporen bleken overeen te komen met het DNA-profiel van verdachte. Dit bewijst naar het oordeel van de rechtbank echter niet dat verdachte in voornoemde woning is geweest, nu niet is uit te sluiten dat de sigarettenpeuk op andere wijze dan door toedoen van verdachte in de woning is terechtgekomen.
Nu ook overigens niet uit het dossier kan blijken dat verdachte het onder 1 ten laste gelegde feit heeft begaan, zal de rechtbank verdachte van dat feit vrijspreken.