Persoon op foto vertoont onvoldoende gelijkenissen met verdachte

Geplaatst op: 17 februari 2016

Een aardige uitspraak met betrekking tot de herkenning van personen is die van het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch, 10 juni 2015, ECLI:NL;GHSHA:2015:2094. Volgens het OM was op de camerabeelden van de pinautomaat zowel de verdachte als haar dochter te herkennen. De advocaat heeft echter twijfel gezaaid door erop te wijzen dat de neus van de vrouw op de camerabeelden niet overeen lijkt te komen met die van de verdachte.

Het hof oordeelde als volgt:

“Anders dan de politierechter en de advocaat-generaal heeft het hof uit het onderzoek ter terechtzitting niet de overtuiging gekregen dat de verdachte degene is geweest die met de bankpas van aangeefster [A] geld heeft gepind; voor het verwijt dat de verdachte die bankpas (en de portemonnee waarin deze zich bevond) heeft gestolen, ontbreekt zelfs het wettig bewijs.

De andersluidende standpunten van de politierechter en de advocaat-generaal zijn grotendeels gebaseerd op hun eigen waarneming: zij menen op de camerabeelden van de Rabobank zowel de verdachte als haar dochter te herkennen. De politierechter en de advocaat-generaal moet worden nagegeven dat de dochter van de verdachte, die zowel ter terechtzitting in eerste aanleg als ter terechtzitting in hoger beroep is verschenen, gelijkenissen vertoont met één van de twee vrouwen op de camerabeelden. De raadsman heeft daarbij echter terecht de nuance gemaakt dat de neus van de dochter van aangeefster niet overeen lijkt te komen met de neus van de vrouw op de camerabeelden. Het hof is bovendien van oordeel dat de andere vrouw op de camerabeelden – de vrouw die het geld aan het pinnen was en in de visie van de politierechter en de advocaat-generaal de verdachte zou moeten zijn – onvoldoende gelijkenissen met de verdachte vertoont om daarop een herkenning te kunnen baseren. De verklaringen van de getuigen [B], [C] en [D] kunnen dat niet anders maken. Als deze verklaringen te goede trouw zijn afgelegd – ten aanzien van de verklaringen van [B] en [D] is dat door de verdediging gemotiveerd in twijfel getrokken -, dan geldt nog steeds dat ook zij in hun verklaringen een zekere onzekerheid laten doorklinken.

Waar het vorenstaande op zichzelf al gerede twijfel met zich brengt omtrent de vraag of de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft gepleegd, wordt deze twijfel versterkt door de heftige en stellige ontkenning van de verdachte, die op het hof authentiek is overgekomen. Het hof neemt daarbij in aanmerking dat de verdachte niet eerder met politie en justitie in aanraking is gekomen.”


Onscherpe foto, gezicht beperkt zichtbaar, onvoldoende onderscheidende persoonskenmerken

Geplaatst op: 25 januari 2016

Voor de beoordeling van de betrouwbaarheid van een herkenning aan de hand van (camera)afbeeldingen is onder meer van belang in hoeverre op deze afbeeldingen voldoende duidelijke, specifieke en onderscheidende persoonskenmerken zichtbaar zijn. Of hiervan sprake is hangt onder meer af van de kwaliteit van de afbeeldingen en de mate van zichtbaarheid van persoonskenmerken op die afbeeldingen. Daarnaast is ook van belang onder welke omstandigheden en met welke frequentie de waarnemer de door hem herkende persoon eerder heeft gezien (Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 26 oktober 2015, ECLI:NL:GHARL:2015:8980

Lees meer >


Direct contact met een advocaat?
Meld gratis en vrijblijvend uw zaak aan.
Zaak aanmelden