Rechterlijke toetsing vereist voor verkeersgegevens en locatiegegegevens ogv Prokuratuurarrest HvJ

Geplaatst op: 03 januari 2022

Utt het arrest van het HvJ EU H.K. vs Estland (Prokuratuur) (ECLI:EU:C:2021:152, hierna ook: het arrest van het HvJ EU) volgt onder meer dat het voor strafrechtelijke doeleinden verlenen van toegang tot de in het arrest bedoelde communicatiegegevens, te weten verkeers- en locatiegegevens, slechts is toegestaan in het kader van procedures ter bestrijding van zware criminaliteit en procedures ter voorkoming van ernstige bedreigingen van de openbare veiligheid. Het gaat hier immers om een ernstige inmenging op de grondrechten van artikel 7 en 8 EU-Handvest waarbij uit de opgevraagde persoonsgegevens nauwkeurige conclusies kunnen worden getrokken over de persoonlijke levenssfeer van de betrokkene.

Aldus moet eerst worden bezien of het opvragen van de betreffende gegevens in de onderhavige zaak plaats vond in het kader van een procedure ter bestrijding van zware criminaliteit. Het hof is van oordeel dat die vraag bevestigend moet worden beantwoord. De gedane vordering werd gedaan in het kader van een strafrechtelijk onderzoek naar meerdere, omvangrijke winkeldiefstallen in georganiseerd verband en ziet niet alleen op verdenkingen van diefstal en heling maar ook van deelneming aan een criminele organisatie. Dit zijn strafbare feiten waarop een gevangenisstraf van vier jaar of meer is gesteld, waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten en die in combinatie met elkaar een ernstige inbreuk maken op de rechtsorde.

Voorts volgt uit het arrest van het HvJ EU dat het aan de nationale wetgever is om de voorwaarden vast te stellen waaronder de aanbieders van elektronische communicatiediensten aan de bevoegde nationale instanties toegang moeten verlenen tot de persoonsgegevens waarover zij beschikken. Van belang is dat die toegang onderworpen is aan een voorafgaande toetsing door een rechterlijke instantie of een onafhankelijke bestuurlijke entiteit. Gelet op de vereiste onafhankelijkheid, mag de instantie die die toetsing verricht niet betrokken zijn bij de uitvoering van het betrokken strafrechtelijk onderzoek en moet zij neutraal zijn ten opzichte van de partijen in de strafprocedure. Dat is niet het geval bij een Openbaar Ministerie dat de onderzoeksprocedure van een strafrechtelijk onderzoek leidt en in voorkomend geval ook optreedt als openbaar aanklager tijdens de strafprocedure. Een latere toetsing van het besluit van de officier van justitie is niet voldoende om aan het onafhankelijkheidsvereiste te voldoen, omdat de controle door een onafhankelijke autoriteit moet plaatsvinden voorafgaand aan de machtiging (par. 58 van het arrest van het HvJ EU).

Lees meer >


Ontsleutelbevel telefoon

Geplaatst op: 12 mei 2020

De vraag is of een verdachte gedwongen kan worden een gegevensdrager te ontsleutelen. Uit de jurisprudentie is af te leiden dat dit probleem vooral bij iPhones, maar tegenwoordig ook bij andere smartphones speelt.
In de Wet computercriminaliteit III heeft het ontsleutelbevel voor de verdachte (bij kinderporno- en terrorismezaken) met bij niet-nakoming een gevangenisstraf het niet gehaald. In art. 125k Sv is wel een ontsleutelbevel voor anderen dan de verdachten, zoals systeembeheerders opgenomen (voor zover zij over kennis ter ontsleuteling van de gegevens beschikken).

Lees meer >


Bewijsuitsluiting na stopzetten AVR tijdens verhoren

Geplaatst op: 04 juni 2019

Na het beluisteren van de geluidsbanden van de verhoren van aangever [slachtoffer 1] is de verdediging gebleken dat er zeer grote verschillen bestaan tussen hetgeen op die geluidsbanden te horen is en de schriftelijke weergave van zijn verklaringen die in het procesdossier zijn opgenomen. Daarmee is sprake van een schending van de verbaliseringsplicht zoals bedoeld in artikel 152 van het Wetboek van Strafvordering (verder: Sv). Daar komt bij dat is gebleken dat de opnameapparatuur meerdere keren tijdens het afnemen van de verhoren is stilgezet. De reden hiervoor is evenmin geverbaliseerd. Eerst tijdens het verhoor van de betrokken verbalisanten bij de rechter-commissaris, op verzoek van de verdediging, is hierover uitleg gegeven (Rb Noord Nederland, 23 april 2019, ECLI:NL:RBNNE:2019:1676)

Lees meer >


Herkenning op Facebook is onvoldoende betrouwbaar

Geplaatst op: 08 maart 2019

Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft op 21 september 2018 een verdachte vrijgesproken van mishandeling (ECLI:NL:GHARL:2018:9375). Het slachtoffer hoorde tijdens het politieonderzoek de naam van de verdachte en heeft deze persoon opgezocht op Facebook. Hij herkende de persoon op de profielfoto als zijnde de persoon die hem had mishandeld.
Er waren ook camerabeelden van de mishandeling.

Lees meer >


Mededelingen advocaat geen bewijs in strafzaak

Geplaatst op: 10 november 2018

In HR 25 september 2018, ECLI:NL:HR:2018:1773 bevestigt de Hoge Raad dat de mededelingen van de advocaat niet gebruikt mogen worden voor het bewijs.
“In zijn bewijsoverweging heeft Hof geoordeeld dat de verklaring van verdachte een kennelijke leugen was om de waarheid te verhullen, waarbij het heeft betrokken “dat namens verdachte door diens raadsman naar voren is gebracht dat verdachte hem heeft meegedeeld dat het zijn, verdachtes, eigen aanhangwagen betrof”. Daarin ligt als ’s Hofs rechtsopvatting besloten dat een door raadsman ttz. gedane mededeling kan worden aangemerkt als wettig b.m. a.b.i. art. 339.1 Sv en derhalve voor het bewijs kan worden gebezigd. Die opvatting is onjuist (vgl. ECLI:NL:HR:2016:2649), nog daargelaten dat het oordeel van de rechter, inhoudende dat een verklaring van verdachte kennelijk leugenachtig is en is afgelegd om de waarheid te bemantelen, geen grondslag kan vinden in verklaringen van personen omtrent hetgeen verdachte aan hen heeft medegedeeld (vgl. ECLI:NL:HR:2005:AT2897).”

Lees meer >


Schakelbewijs bij tasjesroof

Geplaatst op: 16 oktober 2018

Een verdachte van tasjesroof was steeds op de camerabeelden te zien bij de pintransacties. Hij voerde echter als verweer dat hij enkel in opdracht van een ander had gepind en zich niet zelf schuldig had gemaakt aan deze tasjesdiefstal. Dit verweer werd echter door de rechter verworpen. Middels schakelbewijs werd wel bewijs aangenomen voor de tasjesdiefstallen (Rb Amsterdam. 21 maart 2012, ECLI:NL:RBAMS:2012:BX0593).

Lees meer >


Geldigheid gedragskundige rapportage is 1 jaar

Geplaatst op: 02 oktober 2018

Als aanvang van de in art. 37, tweede lid, Sr genoemde termijn van een jaar geldt de dagtekening van het daar bedoelde advies, respectievelijk van het eerst uitgebrachte van de daar bedoelde adviezen. Als eindpunt van deze termijn geldt de dag waarop het onderzoek ter terechtzitting dat tot oplegging van de maatregel heeft geleid, overeenkomstig het bepaalde in art. 270 Sv is aangevangen, onderscheidenlijk opnieuw is aangevangen (HR 25 mei 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL6742, rov. 3.4. Zie voor de PIJ-maatregel HR 15 mei 2007, ECLI:NL:HR:2007:BA0518, NJ 2007/302, rov. 4.5. en ECLI:NL:HR:2018:736)

Lees meer >


Vrijspraak mishandeling vanwege onvoldoende bewijs

Geplaatst op: 26 september 2018

In mishandelingszaken zien we ook veel vrijspraken, omdat niet voldaan wordt aan het wettige bewijs.

Lees meer >


Mr. Big Methode – toelaatbaarheid en bruikbaarheid van door de verdachte afgelegde verklaringen tegenover undercover agenten

Geplaatst op: 25 september 2018

De bekentenis van Wim S. tegen een undercoveragent over de moord op zijn vrouw Heidy Goedhart is toelaatbaar als bewijs. Dat is het advies van de advocaat-generaal aan de Hoge Raad (ECLI:NL:PHR:2018:1042).

Casus: bekentenis ontfutseld

De bekentenis werd Wim S. in 2011 ontfutseld via de omstreden Mr Big-methode, die in de jaren 90 in Canada is bedacht. In die politiemethode wordt een moordverdachte langzaam binnengehaald bij een fictieve organisatie, met aan het hoofd een machtige figuur (Mr Big). Deze persoon belooft de verdachte allerlei lucratieve opdrachten, maar dan moet hij wél eerst de bewuste moord bekennen.

Wim S., verdacht van de moord op zijn vrouw Heidy Goedhart in december 2010, deed tegen een undercoveragent in Marbella de ‘biecht van zijn leven’. Later trok hij die bekentenis in. Hij zei dat hij financieel afhankelijk was geworden van de opdrachten die Mr Big hem bood en daarom een moord had bekend die hij niet had gepleegd.

Kritiek tav Mr Big Methode

Rechtspsycholoog Peter van Koppen van de Vrije Universiteit Amsterdam noemt dat advies aan de Hoge Raad ‘heel jammer en onverstandig’. Een bekentenis onder de omstandigheden van de Mr Big methode is ‘joducusbewijs’, aldus Van Koppen. ,,De kernvraag is niet of er ontoelaatbare druk is uitgeoefend, maar of dit een bekentenis oplevert die conform de werkelijkheid is. En die garantie is er niet.”
De Canadese verhoormethode is in verschillende landen toegepast, maar ook weer teruggefloten. In verschillende zaken bleek de verdachte schuld te hebben bekend, waar dat achteraf onjuist bleek te zijn.

(bron: Ad.nl)


Invloed van drugs en alcohol op verklaringen en delicten

Geplaatst op: 18 september 2018

Het komt geregeld voor dat de politie te maken krijgt met verklaringen van slachtoffers, verdachten of getuigen die onder invloed verkeerden op het moment van het misdrijf. Vooral bij misdrijven als vechtpartijen, mishandeling en verstoring van de openbare orde in het uitgaanscircuit spelen alcohol en drugsintoxicatie geregeld een rol. Maar ook slachtoffers van bijvoorbeeld aanranding moeten vaak een verklaring afleggen over een gebeurtenis die plaatsvond terwijl ze zelf ook onder invloed verkeerden. Om uit te zoeken wat de aanleiding tot en omstandigheden van een misdrijf waren, is de politie vaak enkel aangewezen op deze verklaringen. In dit hoofdstuk zullen we een overzicht geven van de manier waarop alcohol en verschillende andere drugs de waarneming, het geheugen en daarmee de betrouwbaarheid van verklaringen kunnen beïnvloeden. Ook zullen we ingaan op geveinsd geheugenverlies door intoxicatie en hoe daarmee om te gaan.

Drugs en alcohol en hun invloed op delicten en verklaringen

Lees meer >


Direct contact met een advocaat?
Meld gratis en vrijblijvend uw zaak aan.
Zaak aanmelden