Getuigenverklaringen Archives - Bewijs in strafzaken https://bewijs-in-strafzaken.nl/getuigen-verklaring/ Tue, 05 Jun 2018 21:22:18 +0000 nl hourly 1 https://wordpress.org/?v=6.1.7 Wat hebben getuigen echt gezien? https://bewijs-in-strafzaken.nl/wat-hebben-getuigen-echt-gezien/ https://bewijs-in-strafzaken.nl/wat-hebben-getuigen-echt-gezien/#respond Tue, 05 Jun 2018 21:22:18 +0000 https://bewijs-in-strafzaken.nl/?p=1608 In strafzaken moet je voorzichtig zijn dat de rechter niet te snel bewijs aanneemt op basis van getuigenverklaringen. Steeds moet de rechter zich afvragen wat de getuigen verklaren dan precies te hebben gezien, of ze dit ook hebben kunnen zien, en of hun verklaringen ook betrouwbaar zijn. We moeten oppassen dat het bewijs niet door […]

The post Wat hebben getuigen echt gezien? appeared first on Bewijs in strafzaken.

]]>
In strafzaken moet je voorzichtig zijn dat de rechter niet te snel bewijs aanneemt op basis van getuigenverklaringen. Steeds moet de rechter zich afvragen wat de getuigen verklaren dan precies te hebben gezien, of ze dit ook hebben kunnen zien, en of hun verklaringen ook betrouwbaar zijn. We moeten oppassen dat het bewijs niet door een rechter ingevuld wordt in de verklaringen. Gelukkig zien we in de jurisprudentie ook zaken waarbij de rechters kritisch kijken naar het getuigenbewijs.

Getuigen verklaren niet dat ze vernieling auto ook daadwerkelijk hebben gezien

Rechtbank Gelderland, 6 april 2018, ECLI:NL:RBGEL:2018:1521
Uit het dossier blijkt het volgende. Er zijn meerdere auto’s in de ten laste gelegde periode bekrast aan de [straatnaam 1] , de [straatnaam 2] en [straatnaam 3] in Doesburg. Verdachte is woonachtig aan de [straatnaam 1] en heeft een verstoorde verhouding met enkele buurtbewoners. Getuigen [getuige 1] , [getuige 2] en [getuige 3] hebben verklaard dat zij verdachte met haar hondjes dicht bij auto’s zagen lopen en dat deze auto’s later bekrast bleken. Getuige [getuige 3] heeft voorts verklaard dat hij verdachte dicht bij de auto’s zag lopen met een sleutelbos in haar rechterhand aan de zijde van de auto’s.
Uit de bewijsmiddelen kan de rechtbank niet afleiden dat getuigen hebben gezien dat verdachte auto’s heeft bekrast. De getuigen hebben enkel waargenomen dat zij verdachte dicht bij de auto’s hebben zien lopen. De rechtbank is van oordeel dat deze waarnemingen van de getuigen onvoldoende zijn om tot een bewezenverklaring van vernieling van de auto’s te kunnen komen.

The post Wat hebben getuigen echt gezien? appeared first on Bewijs in strafzaken.

]]>
https://bewijs-in-strafzaken.nl/wat-hebben-getuigen-echt-gezien/feed/ 0
Ook bij anonieme getuigen vragen om die te horen https://bewijs-in-strafzaken.nl/ook-bij-anonieme-getuigen-vragen-om-die-te-horen/ https://bewijs-in-strafzaken.nl/ook-bij-anonieme-getuigen-vragen-om-die-te-horen/#respond Sat, 21 Apr 2018 23:29:39 +0000 https://bewijs-in-strafzaken.nl/?p=1603 Onder verwijzing naar de rechtspraak van het EHRM mogen de verklaringen van de anoniem gebleven personen die in het proces-verbaal van aanhouding worden genoemd niet voor het bewijs worden gebruikt omdat de verdediging deze getuigen niet heeft kunnen ondervragen. De verklaringen van de getuigen zijn in die zin van beslissende aard, dat de verbalisanten de […]

The post Ook bij anonieme getuigen vragen om die te horen appeared first on Bewijs in strafzaken.

]]>
Onder verwijzing naar de rechtspraak van het EHRM mogen de verklaringen van de anoniem gebleven personen die in het proces-verbaal van aanhouding worden genoemd niet voor het bewijs worden gebruikt omdat de verdediging deze getuigen niet heeft kunnen ondervragen. De verklaringen van de getuigen zijn in die zin van beslissende aard, dat de verbalisanten de verdachte zonder deze verklaringen niet zouden hebben aangehouden. Dientengevolge is de aanhouding van de verdachte volgens de raadsman onrechtmatig geweest en mag op grond van de leer van de “verboden vruchten” al hetgeen voortkomt uit de aanhouding niet aan het bewijs mogen bijdragen. Het gaat hier om het op art. 6 EVRM gebaseerde ondervragingsrecht. Wel is het van belang dat de verdediging eerst nog officieel een verzoek doet tot het horen van de anonieme getuigen.

Wel verzoek doen tot horen anonieme getuigen

De lijn in de rechtspraak ten aanzien van het gebruik van verklaringen van getuigen die de verdediging niet op enig moment in het geding behoorlijk en effectief heeft kunnen ondervragen, heeft slechts betrekking op die gevallen waarin de verdediging het nodige initiatief heeft genomen om het ondervragingsrecht te kunnen uitoefenen (HR 4 juli 2017, ECLI:NL:HR:2017:1016, NJ 2017/447, m.nt. Kooijmans, rov. 3.2.1 en 3.2.2.),
In het andere geval komt schending van het door art. 6 EVRM beschermde ondervragingsrecht niet in beeld. Daarin verschillen de Straatsburgse jurisprudentie en de rechtspraak van de Hoge Raad niet van elkaar.
In de regel wordt dus van de verdediging gevergd dat zij door middel van een verzoek tot het horen van de desbetreffende getuigen de wens kenbaar maakt het ondervragingsrecht ten aanzien van de getuigen uit te oefenen. Blijft een dergelijk verzoek achterwege, dan zal een later beroep op schending van art. 6 EVRM in de regel schipbreuk lijden. Dat zou slechts onder bijzondere omstandigheden anders kunnen zijn, zoals in geval van een overleden getuige, wiens oproeping illusoir is, vlg ECLI:NL:PHR:2018:67

 

The post Ook bij anonieme getuigen vragen om die te horen appeared first on Bewijs in strafzaken.

]]>
https://bewijs-in-strafzaken.nl/ook-bij-anonieme-getuigen-vragen-om-die-te-horen/feed/ 0
Verklaring benadeelde partij als toelichting op vordering levert geen bewijs op https://bewijs-in-strafzaken.nl/verklaring-benadeelde-partij-als-toelichting-op-vordering-levert-geen-bewijs-op/ https://bewijs-in-strafzaken.nl/verklaring-benadeelde-partij-als-toelichting-op-vordering-levert-geen-bewijs-op/#respond Thu, 12 Oct 2017 17:10:04 +0000 https://bewijs-in-strafzaken.nl/?p=1590 Wanneer de benadeelde partij gebruik maakt van de haar in art. 334.3 Sv gegeven bevoegdheid tot toelichting van haar vordering, treedt zij niet op als getuige. De in dat verband afgelegde verklaring kan daarom door de rechter niet worden gebruikt voor het bewijs (HR 22 april 2014, ECLI:NL:HR:2014:974)

The post Verklaring benadeelde partij als toelichting op vordering levert geen bewijs op appeared first on Bewijs in strafzaken.

]]>
Wanneer de benadeelde partij gebruik maakt van de haar in art. 334.3 Sv gegeven bevoegdheid tot toelichting van haar vordering, treedt zij niet op als getuige. De in dat verband afgelegde verklaring kan daarom door de rechter niet worden gebruikt voor het bewijs (HR 22 april 2014, ECLI:NL:HR:2014:974)

The post Verklaring benadeelde partij als toelichting op vordering levert geen bewijs op appeared first on Bewijs in strafzaken.

]]>
https://bewijs-in-strafzaken.nl/verklaring-benadeelde-partij-als-toelichting-op-vordering-levert-geen-bewijs-op/feed/ 0
https://bewijs-in-strafzaken.nl/1588-2/ https://bewijs-in-strafzaken.nl/1588-2/#respond Sun, 08 Oct 2017 16:04:41 +0000 https://bewijs-in-strafzaken.nl/?p=1588 Het opstellen van regels voor de toelaatbaarheid van bewijs is in beginsel een kwestie van nationaal recht en bewijsmateriaal dient in de eerste plaats door de nationale rechter te worden gewaardeerd. Niettemin moet uitgangspunt zijn dat getuigen ter terechtzitting kunnen worden ondervraagd, ook door de verdediging. Dit laatste is echter geen absoluut recht: vrees voor […]

The post appeared first on Bewijs in strafzaken.

]]>
Het opstellen van regels voor de toelaatbaarheid van bewijs is in beginsel een kwestie van nationaal recht en bewijsmateriaal dient in de eerste plaats door de nationale rechter te worden gewaardeerd. Niettemin moet uitgangspunt zijn dat getuigen ter terechtzitting kunnen worden ondervraagd, ook door de verdediging. Dit laatste is echter geen absoluut recht: vrees voor het leven, de vrijheid, de veiligheid en de privacy van de getuige (met name als die tevens slachtoffer van het beweerdelijk begane misdrijf is) kunnen meebrengen dat er uitzonderingen worden gemaakt, waardoor de verdediging handicaps ondervindt. Van belang is echter wel dat deze vrees voldoende wordt
onderbouwd (EHRM 23 april 1997, NJ 1997, 635) (Van Mechelen) en dat de verdediging wordt gecompenseerd voor deze handicaps.

vlg. EHRM 26 maart 1996, Doorson t. Nederland, ECLI:NL:XX:1996:AD2516, NJ 1996, 741. Art.6, eerste lid en derde l¡d, EVRM Deze compensatie bestaat enerzijds uit het zoveel mogelijk realiseren van de verdedigingsrechten ten aanzien van de anonieme verklaringen (bijvoorbeeld door het schriftelijk indienen van vragen bij de RC en het beluisteren van het verhoor door een geluidsverbinding). Anderzijds dient het bewijs niet’solely or to a decisive extent’ (uitsluitend of rn bes/rssende mate) te berusten op de
verklaring van zulke anoniem gebleven getuigen. Het gebruik van anonieme getuigen voor het bewijs is niet onder alle omstandigheden onverenigbaar met het EVRM. Beginselen van een fair trial eisen dat in daarvoor in aanmerking komende gevallen de belangen van de
verdediging worden afgewogen tegen die van de getuigen of slachtoffers die opgeroepen worden om een getuigenverklaring af te leggen.
In de omstandigheden van het gevalwaren voldoende redenen voor handhaving van de anonimiteit van de getuigen aanwezig. Het verdrag sluit niet uit dat, als het gaat om de rechten van artikel 6, derde lid, aanhef en onder d, EVRM de verdachte wordt vereenzelvigd met zijn raadsman. ln dit geval werden de handicaps voor de verdediging voldoende goedgemaakt door de procedure die door de rechterlijke autoriteiten werd gevolgd. Niettemin mag een veroordeling niet uitsluitend of in beslisende mate worden gebaseerd op
anonieme verklaringen (vgl. de regeling van artikel 344a Sv). Dat was hier echter niet het geval. Het bezigen voor het bewijs van getuigenverklaringen in situaties waarin de rechten van de verdediging niet in de normale volle omvang kunnen worden uitgeoefend eist zeer grote behoedzaamheid. Het Hof is er voldoende van overtuigd dat in dit geval op zodanige wijze is gehandeld.
Ten aanzien van de met name genoemde getuige N. kan het Hof niet in abstracto oordelen dat altijd van een verklaring, afgelegd onder ede op de openbare terechtzitting gebruikgemaakt zou moeten worden en niet van eerder tijdens het strafproces afgelegde verklaringen van dezelfde getuige,
3

The post appeared first on Bewijs in strafzaken.

]]>
https://bewijs-in-strafzaken.nl/1588-2/feed/ 0
Vrijspraak poging moord vanwege onbetrouwbare getuigenverklaringen https://bewijs-in-strafzaken.nl/vrijspraak-poging-moord-vanwege-onbetrouwbare-getuigenverklaringen/ https://bewijs-in-strafzaken.nl/vrijspraak-poging-moord-vanwege-onbetrouwbare-getuigenverklaringen/#respond Sat, 11 Jun 2016 13:04:05 +0000 https://bewijs-in-strafzaken.nl/?p=1060 De rechtbank komt tot een vrijspraak omdat zij de verklaringen van getuigen en de herkenning onvoldoende betrouwbaar vindt om de verdachte te veroordelen en komt daarom tot een vrijspraak (Rb Overijssel, 9 december 2015, ECLI:NL:RBOVE:2015:5461). Uitgangspunt: rechter is vrij in de selectie van de bewijsmiddelen De rechtbank stelt voorop dat het – volgens vaste rechtspraak van de […]

The post Vrijspraak poging moord vanwege onbetrouwbare getuigenverklaringen appeared first on Bewijs in strafzaken.

]]>

De rechtbank komt tot een vrijspraak omdat zij de verklaringen van getuigen en de herkenning onvoldoende betrouwbaar vindt om de verdachte te veroordelen en komt daarom tot een vrijspraak (Rb Overijssel, 9 december 2015, ECLI:NL:RBOVE:2015:5461).

Uitgangspunt: rechter is vrij in de selectie van de bewijsmiddelen

De rechtbank stelt voorop dat het – volgens vaste rechtspraak van de Hoge raad – aan de rechter die over de feiten oordeelt en het ten laste gelegde bewezen acht, is voorbehouden om, binnen de door de wet getrokken grenzen, van het beschikbare materiaal datgene tot het bewijs te bezigen wat hem uit een oogpunt van betrouwbaarheid daartoe dienstig voorkomt en terzijde te stellen wat hij voor het bewijs van geen waarde acht. Hetzelfde heeft te gelden in het tegenovergestelde geval dat de rechter op grond van de hem voorgehouden selectie en waardering van het bewijsmateriaal tot de slotsom komt dat vrijspraak moet volgen.Wel zal de rechter ingevolge de laatste volzin van artikel 359, tweede lid Sv bij het vorenstaande een uitdrukkelijk en gemotiveerd standpunt dienen in te nemen over onder meer de betrouwbaarheid van getuigenverklaringen.

Criteria beoordeling betrouwbaarheid verklaringen getuigen

De rechtbank is van oordeel dat de verklaringen van de getuigen [getuige 3] en [getuige 2] van doorslaggevend belang kunnen zijn in het kader van de bewijsvoering. De rechtbank zal daarom eerst hun verklaringen en de betrouwbaarheid daarvan bespreken.

De rechtbank zal dit doen aan de hand van de volgende criteria:

  • bevatten de verklaringen tegenstrijdigheden?
  • heeft de getuige een bevredigende verklaring voor eventuele tegenstrijdigheden?
  • zijn de eventueel opeenvolgende verklaringen consistent?
  • is de getuige later met nieuwe gegevens gekomen? Zo ja, waarom pas later?
  • passen de verklaringen in het overige bewijsmateriaal? Zo nee, hoe verklaart de getuige de afwijking?
  • komt de verklaring overeen met objectieve gegevens die de getuige niet kent?
  • komt de verklaring overeen met later naar voren gekomen onderzoeksgegevens die de getuige niet kon beïnvloeden?
  • maakt de getuige een oprechte, betrouwbare indruk?

Beoordeling betrouwbaarheid herkenningen

Bezien in het licht van voormeld toetsingskader overweegt de rechtbank het volgende.

Op 7 maart 2015 omstreeks 04.05 uur wordt de politie verzocht te gaan naar het Medisch Spectrum Twente te Enschede, waar op de afdeling eerste hulp van dat ziekenhuis een man was binnengekomen die in zijn rug was gestoken. Ter plaatse spreken de betreffende politieambtenaren met het slachtoffer [slachtoffer] , die verklaart met een vriend naar [café] aan de [adres 1] te Enschede te zijn gegaan en daar na binnenkomst vrijwel gelijk te zijn aangesproken door een man. Deze man had tegen hem geroepen dat hij, [slachtoffer] , zijn vijand was, waarna er tussen beiden een schermutseling/handgemeen was ontstaan. Op een bepaald moment voelde aangever pijn aan zijn rug en constateerde hij dat hij bloedde. Voorts vertelde het slachtoffer aan de politie dat de dader tegen hem had geroepen: “Jij bent de oom van [neef] ”. In dat verband verklaarde het slachtoffer desgevraagd dat zijn neefje ruzie had met ene [voornaam verdachte] en [naam] waarvan hij de achternamen niet weet. Op dat moment noemt het slachtoffer geen naam van de dader. Eerst op 7 maart 2015 omstreeks 13.45 uur geeft het slachtoffer aan dat “ [voornaam verdachte] ”, waar hij de achternaam niet van weet/gehoord heeft, hem gestoken zou hebben.

Ook spreekt de politie in het ziekenhuis met de aldaar aanwezige zus van het slachtoffer, [zus] , waarbij zij “ [verdachte] ” noemt als dader van de steekpartij.

Gelet op de omstandigheid dat vaststaat dat [zus] kort na het incident in de nacht van 7 maart 2015 vóór de komst van de politie in het ziekenhuis gesproken heeft met haar broer, is het naar het oordeel van de rechtbank niet ondenkbeeldig dat zij daarbij tegenover haar broer de naam [voornaam verdachte] heeft genoemd als degene die hem zou hebben gestoken. De rechtbank is dan ook van oordeel dat voorzichtigheid op z’n plaats is voor wat betreft de bewijskracht van de aangifte op dit punt .

Ten tijde van het steekincident was het slachtoffer in gezelschap van de getuige [getuige 3] . Deze getuige verklaart tijdens zijn verhoor door de politie – nadat hem een facebookfoto is getoond – dat hij de man op die foto herkent als de man die zijn vriend [slachtoffer] heeft gestoken. De rechtbank is van oordeel dat deze verklaring van de getuige niet in overtuigende zin kan bijdragen aan het bewijs, nu de getuige in eerste instantie heeft verklaard niet te hebben gezien dat zijn vriend gestoken werd en hij dus ook niets kon vertellen over het signalement van de dader, om vervolgens te verklaren dat aangever werd gestoken door een man waarvan hij – omdat het donker was – echter alleen maar een baard heeft gezien.

Door de politie is voorts als getuige gehoord [getuige 2] . Deze getuige bevond zich ten tijde van het steekincident in het café, zou van daaruit het steekincident hebben gezien en de dader vervolgens hebben herkend van een facebookfoto. Ten aanzien van deze foto heeft de getuige in eerste instantie verklaard dat zij deze foto had gezien op de internetsite van “ [website] ”, waarna zij vervolgens haar verklaring bijstelt in die zin dat zij de foto van het slachtoffer [slachtoffer] had ontvangen en dat zij wist dat deze die foto van de verdachte van het steekincident op zijn telefoon had staan. Wanneer de getuige over de wijze van verkrijging van de foto nader wordt gehoord door de rechter-commissaris, komt zij vervolgens weer terug op laatstbedoelde verklaring en zegt, dat zij de foto beslist niet van het slachtoffer heeft gekregen.

Verder komt de verklaring van de getuige bij de rechter-commissaris met betrekking tot het signalement van de dader in essentie erop neer dat zij de man die zij heeft zien steken enkel op de foto herkent aan diens robuuste baard. De rechtbank acht deze (enkelvoudige) fotoherkenning om de hiervoor genoemde redenen onvoldoende betrouwbaar om voor het bewijs te worden gebruikt en zij laat deze daarom buiten beschouwing.

De getuige [getuige 2] is door de rechter-commissaris ook nader gehoord met betrekking tot de door haar gedane waarnemingen vanuit het café aangaande de gebeurtenissen in het halletje en de wijze waarop zij vanuit haar perspectief die waarnemingen heeft kunnen doen.

Zij verklaart dan dat zij door de beplakte ramen van de op dat moment gesloten glazen deuren, die het halletje en het cafégedeelte van elkaar scheiden, kon kijken en toen de man die zij op de hiervoor bedoelde facebookfoto heeft herkend, een stekende beweging zag maken. Gelet echter op de zich in het dossier bevindende fotoreportage van de situatie ter plaatse, dient naar het oordeel van de rechtbank ook in dit geval de nodige terughoudendheid te worden betracht wat betreft het waarheidsgehalte van hetgeen daadwerkelijk door de getuige is waargenomen. Naast het feit dat het zicht voor de getuige ten dele al werd belemmerd door de afgeplakte ramen van de haldeuren, werd haar zichtlijn naar het oordeel van de rechtbank nog eens extra bemoeilijkt doordat zij gelet op haar staande houding op dat moment gedwongen was in neerwaartse richting te kijken om de stekende beweging op heuphoogte van het slachtoffer waar te kunnen nemen.

Daar komt bij dat de rechtbank ook op grond van nog een andere omstandigheid van oordeel is dat de nodige reserve in acht dient te worden genomen bij het waarheidsgehalte van voormelde waarnemingen van de getuige. Dat betreft het feit dat haar aan de waarnemingen voorafgaande verklaringen al voortkomen uit een niet met de feitelijke gebeurtenissen overeenstemmende voorstelling van zaken. Zo verklaart zij bij de politie het slachtoffer [slachtoffer] op 7 maart 2015 om 01.30 uur al in het café te hebben gezien, terwijl laatstgenoemde en de hem vergezellende [getuige 3] hebben verklaard daar pas na de sluiting van het door hen bezochte casino om 03.00 uur te zijn gearriveerd. Voorts verklaart de getuige dat verdachte het café binnen kwam, gericht op het slachtoffer toeliep en met vermoedelijk een mes een stekende beweging maakte. Het slachtoffer en [getuige 3] verklaren daarentegen op hun beurt precies het tegenovergestelde, namelijk dat zij het café binnen kwamen, waarop het slachtoffer vervolgens door verdachte werden belaagd.

Dit alles maakt naar het oordeel van de rechtbank dat ook aan deze getuigenverklaring, bezien in het licht van het hiervoor geschetste toetsingskader, in bewijsrechtelijke zin geen doorslaggevende betekenis kan worden toegekend.

 

e

The post Vrijspraak poging moord vanwege onbetrouwbare getuigenverklaringen appeared first on Bewijs in strafzaken.

]]>
https://bewijs-in-strafzaken.nl/vrijspraak-poging-moord-vanwege-onbetrouwbare-getuigenverklaringen/feed/ 0
Getuigenverklaringen en de strafrechter https://bewijs-in-strafzaken.nl/getuigenverklaringen-en-de-strafrechter/ https://bewijs-in-strafzaken.nl/getuigenverklaringen-en-de-strafrechter/#respond Sun, 05 Jun 2016 11:20:56 +0000 https://bewijs-in-strafzaken.nl/?p=1021 Artikel ‘Getuigenverklaringen en de strafrechter’ van Dr. M. Jelicic en prof. dr. H.L.G.J. Merckelbach over verhalen van getuigen en hoe ook verzonnen verhalen in ons geheugen kunnen worden geprent alsook hoe dit zich verhoudt tot hervonden herinneringen. Verder gaat het artikel ook over de vraag onder welke omstandigheden getuigen het beste kunnen waarnemen en wat […]

The post Getuigenverklaringen en de strafrechter appeared first on Bewijs in strafzaken.

]]>
Artikel ‘Getuigenverklaringen en de strafrechter’ van Dr. M. Jelicic en prof. dr. H.L.G.J. Merckelbach over verhalen van getuigen en hoe ook verzonnen verhalen in ons geheugen kunnen worden geprent alsook hoe dit zich verhoudt tot hervonden herinneringen. Verder gaat het artikel ook over de vraag onder welke omstandigheden getuigen het beste kunnen waarnemen en wat de beperkingen zijn bij waarnemingen.

Getuigenverklaringen en de strafrechter

  • Verhalen van getuigen en de werking van het geheugen
    “Modern hersenonderzoek biedt een verklaring voor hoe zulke geheugenvervormingen kunnen ontstaan. Herinneringen zijn niet als fotografische afbeeldingen in ons brein op afroep beschikbaar. Weliswaar laten ervaringen hun geheugensporen na in het brein, maar deze sporen worden in stukjes gehakt en op verschillende plaatsen van de hersenschors bewaard. Zo worden visuele elementen van een ervaring opgeslagen in de occipitale hersengebieden, auditieve elementen in de temporale gebieden, enzovoort. Bij het opdiepen van informatie moeten de verschillende elementen van een herinnering weer aan elkaar worden geplakt. Dat is wat geheugenpsychologen bedoelen met het reconstructieve karakter van herinneringen. Bij zo’n reconstructie kunnen gemakkelijk ‘weeffouten’ ontstaan.”
  • Hervonden herinneringen
    Een meer aannemelijke verklaring voor hervonden herinneringen is dan ook dat zij de artefacten zijn van goed bedoelde therapeutische manoeuvres zoals hypnose, imaginatie of Eye Movement Desensitization and Reprocessing (EMDR). Nogal wat therapeuten geloven dat psychische problemen worden veroorzaakt door traumatische jeugdgebeurtenissen. Als deze nare ervaringen niet goed toegankelijk blijken voor de cliënt, krijgt die de opdracht om te speculeren en te fantaseren over trauma’s die zich vroeger zouden hebben afgespeeld. Soms krijgt de cliënt daarbij de expliciete suggestie dat zijn of haar klachten te maken hebben met misbruik door een familielid. Onderzoek heeft laten zien dat imaginatieoefeningen van dit soort een goede opmaat naar pseudoherinneringen vormen.
  • Fouten van rechters
    Een Noorse groep rechtspsychologen onderzocht de kennis van leken, juryleden en strafrechters over het geheugen van ooggetuigen (Magnussen, Melinder, Stridbeck & Raja, 2009). Zij vonden dat deze drie groepen, dus ook rechters, een beperkte kennis bezaten over factoren die de accuraatheid van het geheugen ondermijnen. In zaken waar vooral het geheugen van slachtoffers of getuigen ter discussie staat, is het daarom verstandig om een getuige-deskundige te benoemen. We merken dat ook al op omdat rechtspsychologen heel wat te melden hebben over hoe goed ooggetuigen zich frequenties (hoe vaak is het gebeurd?), de snelheid van voertuigen, de toedracht van ongevallen, of het tijdsverloop (hoeveel tijd zat er tussen X en Y?) kunnen herinneren. Die kennis kan in voorkomende gevallen informatief zijn voor rechters.
    Een andere fout ontstaat als de rechter de verkeerde getuige-deskundige benoemt. Enkele jaren geleden waren wij betrokken bij een strafzaak waarin een getuige-deskundige medicus geruststellende uitspraken deed over de ooggetuigenverklaring van een meisje dat met hoofdletsel op een intensive care lag (Merckelbach & Jelicic, 2007). Zij kreeg medicijnen die het geheugen beïnvloeden, maar werd toch door de politie verhoord. De medicus sloeg de plank volledig mis toen hij ter zitting verklaarde dat er niet getwijfeld hoefde te worden aan de verklaring van het meisje. Zijn misplaatst optimisme had alles te maken met zijn gelimiteerde kennis van de uitgebreide vakliteratuur over het geheugen van patiënten met hersenletsel. Daarom: als de herinneringen van ooggetuigen of slachtoffers de voornaamste inzet van de strafrechtelijke besluitvorming dreigen te worden, is het wijs om in elk geval ook experts met een rechtspsychologische achtergrond als deskundige te benoemen. Het stellen van verkeerde vragen aan de juiste getuigedeskundige is de derde fout die rechters kunnen maken. In zijn afscheidsrede aan de Universiteit Maastricht merkte Hans Crombag (2000) op dat de opdracht aan een getuige-deskundige soms te eenzijdig is. Hij gaf het voorbeeld van een deskundige die, in het geval van verschillende getuigen die elkaar tegenspreken, opdracht krijgt om de geloofwaardigheid van een bepaalde getuige te onderzoeken. In zulke gevallen zou de getuige-deskundige eigenlijk gevraagd moeten worden om de verklaringen van de verschillende getuigen tegen elkaar af te wegen. Omdat rechters soms verkeerde vragen stellen aan getuige-deskundigen, pleit Crombag voor meer overleg tussen rechters en deskundigen.

The post Getuigenverklaringen en de strafrechter appeared first on Bewijs in strafzaken.

]]>
https://bewijs-in-strafzaken.nl/getuigenverklaringen-en-de-strafrechter/feed/ 0