ICT-bewijs
Steeds vaker krijgen we de vraag voorgelegd in hoeverre bepaalde ICT-gegevens als bewijs kunnen worden gebruikt in een strafzaak. Wat zeggen bepaalde gegevens precies en in hoeverre is dit niet door een derde te manipuleren. Wat is de betrouwbaarheid van ICT-bewijs.
IP-adres
Zo zien we vaak dat de officier tracht om het feit dat een bericht vanaf een bepaald IP-adres is verstuurd te gebruiken als bewijs, maar wat is nu de bewijswaarde daarvan. In hoeverre is dan vast te stellen of de verdachte ook zelf het bericht heeft verstuurd of de handeling heeft verricht. Kan het niet zo zijn dat iemand anders gebruik maakte van zijn IP-adres. Was het IP-adres wel voldoende beveiligd? Wie hadden allemaal toegang tot de wifi-router met dat IP-adres. Dit zijn allemaal vragen die van belang kunnen zijn voor de verdediging voor wanneer de officier op basis van een IP-adres een strafzaak rond wil krijgen.
Dat voorzichtig moet worden omgesprongen met het gebruik van een IP-adres als bewijs, blijkt uit een uitspraak van de Hoge Raad van 25 oktober 2011, ECLI:NL:HR:2011:BR2977, waarin de raadsman (in r.o. 3.2.3.) bij het hof heeft aangevoerd dat ‘het aan het mailadres van de verkoper van de fiets gekoppelde IP-adres ten tijde van het feit in gebruik was op het toenmalige woonadres van de verdachte, geen bewijs oplevert. Andere internetgebruikers met een draadloos modem konden ook van dit (onbeveiligde) IP-adres gebruik maken.’ Het hof overweegt daaropvolgend: ‘Met de raadsman is het hof van oordeel dat op basis van de koppeling tussen het IP-adres en het woonadres van verdachte alleen niet tot een bewezenverklaring kan komen’. In cassatie wordt deze overweging van het hof niet bestreden en derhalve in stand gelaten