Beoordelingskader feit van algemene bekendheid

Het wettelijk kader van het feit van algemene bekendheid is terug te vinden in de hoofdregel 338 Sv. en de daarop in artikel 339 lid 2 Sv. geformuleerde uitzondering.

Bewijs en bewijsmiddelen

In art. 338 Sv staat: ‘’Het bewijs dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, kan door de rechters slechts worden aangenomen indien hij daarvan uit het onderzoek op de terechtzitting door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging heeft bekomen’’. Vervolgens staan in art. 339 Sv de wettige bewijsmiddelen opgesomd.

Feit van algemene bekendheid

De uitzondering staat vermeld in art. 339 lid 2:
‘’ Feiten of omstandigheden van algemene bekendheid behoeven geen bewijs’’.

Beoordelingskader

Onder feiten van algemene bekendheid moetenworden verstaan gegevens die ieder van de rechtstreeks bij het geding betrokkenen geacht moet worden te kennen of die hij zonder noemenswaardige moeite uit algemeen toegankelijke bronnen kan achterhalen. Voor algemene ervaringsregels geldt hetzelfde.8 De verwijzing naar de “rechtstreeks bij het geding betrokkenen” omvat volgens Corstens/Borgers, gelet op de openbaarheid en de controleerbaarheid van rechterlijke beslissingen, een ruimere kring dan louter de procesdeelnemers.9 In de regel gaat het dan ook om gegevens die geen specialistische kennis veronderstellen en waarvan de juistheid redelijkerwijs niet voor betwisting vatbaar is.10 Niet juist is evenwel de opvatting dat uitsluitend die feiten van algemene bekendheid zijn, welke geacht kunnen worden aan een ieder bekend te zijn.11 Voorts brengt de enkele omstandigheid dat een bepaald gegeven aan openbare bronnen op het internet kan worden ontleend, op zichzelf nog niet mee dat zo een gegeven daarom een feit of omstandigheid van algemene bekendheid is.12 Feiten van algemene bekendheid kunnen in cassatie als reddingsboei fungeren om tekortkomingen in de bewijsvoering te ondervangen.13 Dergelijke feiten behoeven immers geen bewijs.

8. HR 11 januari 2011, ECLI:NL:HR:2011:BP0291, NJ 2011/116 m.nt. Mevis (rov. 3.2.1).
9. G.J.M. Corstens/M.J. Borgers, Het Nederlands strafprocesrecht, Deventer: Kluwer 2014, p. 759-760
10. HR 29 maart 2016, ECLI:NL:HR:2016:522, NJ 2016/249 (rov. 2.4)
11. HR 24 november 1987, ECLI:NL:HR:1987:AD0075, NJ 1988/686 (rov. 5.1).
12. HR 29 maart 2016, ECLI:NL:HR:2016:522, NJ 2016/249 (rov. 2.4).
13. Zie HR 26 juni 2001, ECLI:NL:HR:2001:ZD2873: het is een feit van algemene bekendheid dat het vliegtuig voorzien van vluchtnummer KL744, dat op 14 juni 1999 op de luchthaven Schiphol arriveerde, uit het buitenland afkomstig was. Vgl. evenwel (andersom) ook HR 19 juni 2001, ECLI:NL:HR:2001:ZD2843, NJ 2001/521: “Nu een feit van algemene bekendheid is dat de gemeente Rotterdam geen Dwarsstraat kent, zijn die bewijsmiddelen echter niet redengevend voor de bewezenverklaring voor zover deze inhoudt dat het feit te Rotterdam is gepleegd.” Zie nader Van Dorst, a.w., 2015, p. 284 en 285.

In HR 11 januari 2011, LJN: BP0291 schetst de Hoge Raad het volgende beoordelingskader voor een feit van algemene bekendheid::
’Van algemene bekendheid zijn die gegevens die ieder van de rechtstreeks bij het geding betrokkenen geacht moet worden te kennen of die hij zonder noemenswaardige moeite uit algemeen toegankelijke bronnen kan achterhalen. Voor algemene ervaringsregels geldt hetzelfde’’.
‘’Geen rechtsregel dwingt de rechter ertoe een algemeen bekend gegeven bij het onderzoek op de terechtzitting ter sprake te brengen. Indien echter niet zonder meer duidelijk is of het gaat om een algemeen bekend gegeven, behoort de rechter dat gegeven aan de orde te stellen bij de behandeling van de zaak op de terechtzitting. Aldus wordt voorkomen dat hij zijn beslissing doet steunen op mededelingen of waarnemingen die hem buiten het geding ter kennis zijn gekomen en waarvan de overige bij het geding betrokkenen onkundig zijn gebleven, zodat zij niet in staat zijn geweest zich daarover uit te laten ‘’.
 ‘’Indien bij dat onderzoek op de terechtzitting vervolgens het uitdrukkelijk onderbouwde standpunt wordt ingenomen dat en waarom het gegeven niet van algemene bekendheid is, zal de rechter in geval afwijking van dat standpunt in zijn uitspraak op de voet van artikel 359 Sv de redenen dienen op te geven die daartoe hebben geleid’’.

In deze zaak werd het googelen van de afkorting ACAB en het vermelden van de zoekresultaten niet aangemerkt als een feit van algemene bekendheid:
"’Opmerking verdient nog dat het in dit verband moet gaan om een feit dat in Nederland van algemene bekendheid is. Daartoe is het aantal treffers bij het zoeken in alle, ook anderstalige, internetsites niet zonder meer reden geven. Hetzelfde geldt voor het aantal treffers van de gebezigde zoekmachine waarop het hof zich heeft beroepen, zonder evenwel te verduidelijken op welke of wat voor soort internetsites die treffers betrekking hebben’’.

Direct contact met een advocaat?
Meld gratis en vrijblijvend uw zaak aan.
Zaak aanmelden