Eisen proces-verbaal observatie
Voor wat betreft de eisen die ex. artikel 152 Sv. aan een proces-verbaal van een observatie kunnen worden gesteld, is het volgende van belang.
- Leider onderzoek mag p-v opmaken, mits ook de observanten dat zelf doen
- Het proces-verbaal hoeft niet helemaal in detail
(zie o.a. HR NJ 1996, 442)
Wie moet proces-verbaal opmaken?
Bij een observatie is het toegestaan dat een leider van het opsporingsonderzoek een proces-verbaal opmaakt over wat hij van de observanten heeft vernomen, welk proces-verbaal ook voor het bewijs kan worden gebruikt, maar artikel 152 Sv. brengt tevens mee dat de observanten ook zelf een proces-verbaal moeten opmaken van hetgeen door hen tot opsporing is verricht of bevonden. De Hoge Raad heeft dienaangaande overwogen:
“dat geen rechtsregel zich ertegen verzet dat (..) een leider van het opsporingsonderzoek een proces-verbaal opmaakt inhoudende datgene wat hij van de observanten heeft vernomen omtrent hun waarnemingen tijdens het onderzoek, en dat zodanig proces-verbaal tot het bewijs wordt gebezigd. Echter, art. 152 Sv. brengt mee dat observanten (tevens) zelf een proces-verbaal behoren op te maken (..).”
Details proces-verbaal
Het proces-verbaal hoeft niet heel erg gedetailleerd te zijn.
HR: “Ten aanzien van de vorm waarin die waarnemingen worden vastgelegd zal met de door het hof genoemde belangen in redelijkheid rekening mogen worden gehouden. Zo zal in zaken als de onderhavige bijvoorbeeld niet noodzakelijkerwijze in het opgemaakte proces-verbaal in details behoeven te worden vermeld op welke wijze personen zijn gevolgd of vanuit welke posities observaties zijn gedaan, terwijl daarin evenmin de identiteit van de observanten behoeft te worden vastgesteld, mits vaststaat dat die opsporingsambtenaren ook bevoegde opsporingsambtenaren zijn.”
Dit laatste kan bijvoorbeeld blijken uit een bijgevoegd proces-verbaal van de leidinggevende.
< Terug naar Verbaliseringsplicht