Tapgesprekken in strijd met de waarheid gerelateerd; niet-ontvankelijkheid OM

Geplaatst op: 02 juli 2016

Tapgesprekken in strijd met de waarheid gerelateerd in een ambtsedig proces-verbaal. Vormverzuim in de zin van artikel 359a Wetboek van Strafvordering. Ernstige schending van de beginselen van een behoorlijke procesorde. Klaarblijkelijk doelbewust en met grove veronachtzaming van de belangen van verdachte, is aan het recht van verdachte op een eerlijke behandeling van zijn strafzaak tekort gedaan. Gelet op de ernst van dit verzuim zal de rechtbank het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaren (Rb Noord-Holland, 20 maart 2013, ECLI:NL:RBNHO:2013:BZ4987.

Lees meer >


Telefoongegevens in strafzaak

Geplaatst op: 27 juni 2016

Telefoongegevens worden door de officier van justitie regelmatig opgevoerd als bewijs, bijv. op iemand positie te bepalen ten opzichte van de plaats delict. Het infrastructuur van de telefonie is echter helemaal niet bedoeld voor plaatsbepaling in strafzaken en regelmatig zien we dat er door politie en justitie fouten worden gemaakt bij de analyse van de telefoongegevens. Het is daarom van belang om ook een expert naar de telefoongegevens te laten kijken.

Telefoongegevens in strafzaak

Lees meer >


Afluisteren telefoon advocaten niet meer mogelijk

Geplaatst op: 27 mei 2016

Voor advocaten geldt het verschoningsrecht. Dat wil zeggen dat gesprekken die met advocaten niet mogen worden afgeluisterd en opgenomen. In het verleden is het voorgekomen dat uitgewerkte gesprekken tussen verdachten en geheimhouders in het procesdossier terecht zijn gekomen. Een bekend voorbeeld hiervan is de strafzaak tegen leden van de Hells Angels. Om dit in de toekomst te voorkomen zijn sindsdien maatregelen getroffen.

Lees meer >


Het gebruik van de telefoon- en internettap in de opsporing

Geplaatst op: 27 mei 2016

Regelmatig verschijnt er in de media berichtgeving over het tappen in Nederland. Deze berichten zijn echter niet gevoed door recent onderzoek naar het gebruik van de tap. Het is vooral het gebrek aan informatie dat de toon van de artikelen bepaalt. Jaarlijks publiceert de minister van Veiligheid en Justitie het aantal telefoontaps dat door Nederlandse opsporingsdiensten is ingezet. Naar aanleiding van vragen uit de Tweede Kamer over deze tapstatistieken heeft de toenmalige minister van Justitie een onderzoek toegezegd naar het gebruik van de telefoontap (Kamerstukken II 2009/10, 30 517, nr. 16). Dit onderzoek heeft als doel inzicht te bieden in het feitelijk gebruik van de telefoon- en internettap bij de opsporing van strafbare feiten. Dit rapport bestaat uit meerdere delen. In deel I wordt de inleiding en de telefoon- en internetmarkt behandeld, in deel II wordt een beeld geschetst van de inzet van de telefoon- en internettap in de Nederlandse opsporingspraktijk, deel III van dit rapport is gericht op de vraag hoe de tap wordt ingezet in enkele ons omringende West-Europese landen (Engeland en Wales, Zweden en Duitsland) en in deel IV worden de bevindingen uit dit onderzoek besproken in een slotbeschouwing. In het onderzoek wordt uitgegaan van een getrapte vraagstelling:
1 Hoe wordt in Nederland gebruik gemaakt van de telefoon- en internettap tijdens het opsporingsproces?
2 Hoe wordt in enkele andere West-Europese landen met dit opsporingsmiddel omgegaan?
3 Kunnen (grote) verschillen tussen deze landen in het gebruik van dit opsporingsmiddel worden verklaard? Deze vraagstelling is uitgewerkt in verschillende onderzoeksvragen, die zich samen laten vatten als: hoe vaak, waarom en wanneer wordt de telefoon- en internettap ingezet, voor hoe lang wordt een tap aangesloten en wat voor een informatie levert het dan op?

Lees meer >


Direct contact met een advocaat?
Meld gratis en vrijblijvend uw zaak aan.
Zaak aanmelden