Schakelbewijs via modus operandi hoeft niet te worden gesteund op een bewezenverklaard feit

Geplaatst op: 17 september 2018

De opvatting dat bij de bewijsvoering slechts van schakelbewijs kan worden gebruik gemaakt indien de aan dat bewijs ontleende modus operandi steunt op de aan meer dan één ander bewezenverklaard feit ten grondslag gelegde bewijsmiddelen vindt geen steun in het recht (HR 6 september 2016, ECLI:NL:HR:2016:2024).

Lees meer >


Wat hebben getuigen echt gezien?

Geplaatst op: 05 juni 2018

In strafzaken moet je voorzichtig zijn dat de rechter niet te snel bewijs aanneemt op basis van getuigenverklaringen. Steeds moet de rechter zich afvragen wat de getuigen verklaren dan precies te hebben gezien, of ze dit ook hebben kunnen zien, en of hun verklaringen ook betrouwbaar zijn. We moeten oppassen dat het bewijs niet door een rechter ingevuld wordt in de verklaringen. Gelukkig zien we in de jurisprudentie ook zaken waarbij de rechters kritisch kijken naar het getuigenbewijs.

Lees meer >


Ook bij anonieme getuigen vragen om die te horen

Geplaatst op: 22 april 2018

Onder verwijzing naar de rechtspraak van het EHRM mogen de verklaringen van de anoniem gebleven personen die in het proces-verbaal van aanhouding worden genoemd niet voor het bewijs worden gebruikt omdat de verdediging deze getuigen niet heeft kunnen ondervragen. De verklaringen van de getuigen zijn in die zin van beslissende aard, dat de verbalisanten de verdachte zonder deze verklaringen niet zouden hebben aangehouden. Dientengevolge is de aanhouding van de verdachte volgens de raadsman onrechtmatig geweest en mag op grond van de leer van de “verboden vruchten” al hetgeen voortkomt uit de aanhouding niet aan het bewijs mogen bijdragen. Het gaat hier om het op art. 6 EVRM gebaseerde ondervragingsrecht. Wel is het van belang dat de verdediging eerst nog officieel een verzoek doet tot het horen van de anonieme getuigen.

Lees meer >


Verklaring benadeelde partij als toelichting op vordering levert geen bewijs op

Geplaatst op: 12 oktober 2017

Wanneer de benadeelde partij gebruik maakt van de haar in art. 334.3 Sv gegeven bevoegdheid tot toelichting van haar vordering, treedt zij niet op als getuige. De in dat verband afgelegde verklaring kan daarom door de rechter niet worden gebruikt voor het bewijs (HR 22 april 2014, ECLI:NL:HR:2014:974)

Lees meer >


Geplaatst op: 08 oktober 2017

Het opstellen van regels voor de toelaatbaarheid van bewijs is in beginsel een kwestie van nationaal recht en bewijsmateriaal dient in de eerste plaats door de nationale rechter te worden gewaardeerd. Niettemin moet uitgangspunt zijn dat getuigen ter terechtzitting kunnen worden ondervraagd, ook door de verdediging. Dit laatste is echter geen absoluut recht: vrees voor het leven, de vrijheid, de veiligheid en de privacy van de getuige (met name als die tevens slachtoffer van het beweerdelijk begane misdrijf is) kunnen meebrengen dat er uitzonderingen worden gemaakt, waardoor de verdediging handicaps ondervindt. Van belang is echter wel dat deze vrees voldoende wordt
onderbouwd (EHRM 23 april 1997, NJ 1997, 635) (Van Mechelen) en dat de verdediging wordt gecompenseerd voor deze handicaps.

vlg. EHRM 26 maart 1996, Doorson t. Nederland, ECLI:NL:XX:1996:AD2516, NJ 1996, 741. Art.6, eerste lid en derde l¡d, EVRM

Lees meer >


Getuigen vergeten – slecht geheugen

Geplaatst op: 17 september 2017

Het geheugen is feilbaar. Het huwelijk tussen de tijd en het geheugen is geen gelukkig huwelijk (R. Horselenberg & A.W.E.A. de Zutter, ‘Tijd, Training en Tolk, de drie T’s van het internationaal strafrecht’, Strafblad 2014, p. 365-373). Mensen vergeten in de loop van de tijd details en nieuwe informatie kan onbewust worden toegevoegd aan herinneringen, bijvoorbeeld

  • door te communiceren met medegetuigen,
  • het lezen van krantenberichten
  • of als gevolg van (onbedoeld) suggestieve vragen ( E.G.C. Rassin & I. Candel, ‘Suggestie tijdens het verhoor’, in: Van Koppen et al., a.w., p. 509-528.)

Het geheugen is constructief en associatief van aard en is geen video-opname die telkens maar weer foutloos kan worden afgespeeld. Een herinnering wordt bij iedere ophaalpoging steeds opnieuw opgebouwd. Als een dergelijke ultieme ophaalpoging dan plaatsvindt na het verstrijken van aanzienlijke tijd met als doel om meer details te verkrijgen, dan is dat vragen om problemen. De verhoorder kan op dat moment behulpzaam zijn met het geven van de juiste cues, maar het zou ook kunnen dat, veelal onbewust, dat proces ook gemakkelijk beïnvloeden. 

Lees meer >


Beoordeling validiteit verklaring getuige

Geplaatst op: 17 september 2017

De validiteit betreft de kwestie in welke mate de verklaring overeenkomt met wat in het verleden heeft plaatsgevonden. In psychologische zin gaat de betrouwbaarheid over de mate waarin de getuige of verdachte in opeenvolgende verklaringen of binnen een enkele verklaring hetzelfde verhaal vertelt; de consistentie van een verklaring. Er bestaat een zekere relatie tussen validiteit en betrouwbaarheid.
Indien door een getuige wisselende verklaringen worden afgelegd, is er een probleem met de betrouwbaarheid. Maar er is dan ook een probleem met de validiteit: er moet worden onderzocht of er redenen kunnen worden gevonden waarom de verklaringen van de getuige van elkaar verschillen. Daarbij moet worden opgemerkt dat consistentie (dan wel betrouwbaarheid) niet hoeft te betekenen dat een verklaring ook valide is. Ook een gelogen verklaring kan steeds consistent worden afgelegd en als een getuige steeds dezelfde fout maakt, zijn zijn verklaringen ook consistent.

Lees meer >


Bewijs ontucht op basis van 2 verklaringen slachtoffers en getuige van horen zeggen

Geplaatst op: 14 september 2017

Verdachte is veroordeeld wegens het plegen van ontucht met zijn (stief)dochters. Middelen stellen dat de tot bewijs gebezigde verklaringen van beide aangeefsters onvoldoende steun vinden in het overige bewijsmateriaal. De Hoge Raad gaat hier echter niet in mee, nu het Hof ten aanzien van deze feiten niet onbegrijpelijk heeft vastgesteld dat de verklaringen van aangeefsters elkaar over en weer ondersteunen wat betreft de aard van de ontuchtige handelingen gepleegd door verdachte en de wijze waarop die handelingen in de woning van verdachte plaatsvonden. Daarnaast heeft het Hof in de bewijsvoering tevens de verklaring van een getuige, aan wie een van de aangeefsters haar verhaal heeft gedaan, betrokken (Hoge Raad, 4 juli 2017, ECLI:NL:HR:2017:1216).

Lees meer >


Onderzoek en eisen forensisch psycholoog

Geplaatst op: 29 mei 2017

Het NRGD deskundigheidsgebied Forensische Psychiatrie, Forensische Psychologie en Forensische Orthopedagogiek (hierna: FPPO) betreft in hoofdzaak het gedragsdeskundig onderzoek van de persoon van de verdachte.

De onderzoeksvragen binnen dit deskundigheidsgebied worden gesteld in het kader van het strafrecht, waarbij het gaat om kennis van processen van beoordeling, psychopathologie, (mate van) toerekeningsvatbaarheid en risicoanalyse.

Kernvragen die door de geregistreerde psychiater, psycholoog of orthopedagoog beantwoord worden, zijn vragen die betrekking hebben op (verstoringen in) het functioneren van de te onderzoeken persoon (verdachte) ten gevolge van persoonsgebonden kenmerken of als gevolg van interferentie van persoonsgebonden kenmerken en contextuele factoren.

Lees meer >


Slechts beperkt onderzoek telefoon door politie toegestaan

Geplaatst op: 05 april 2017

Voor het doen van onderzoek door een opsporingsambtenaar vereist de wet geen voorafgaande rechterlijke toetsing of tussenkomst van de OvJ. Indien de met het onderzoek samenhangende inbreuk op de persoonlijke levenssfeer als beperkt kan worden beschouwd, biedt de algemene bevoegdheid van opsporingsambtenaren, neergelegd in art. 94 jo. art. 95 en 96 Sv, daarvoor voldoende legitimatie. Dit zal het geval kunnen zijn indien het onderzoek slechts bestaat uit het raadplegen van een gering aantal bepaalde op de elektronische gegevensdrager of in het geautomatiseerde werk opgeslagen of beschikbare gegevens. Indien dat onderzoek zo verstrekkend is dat een min of meer compleet beeld is verkregen van bepaalde aspecten van het persoonlijk leven van de gebruiker van de gegevensdrager of het geautomatiseerde werk, kan dat onderzoek jegens hem onrechtmatig zijn. Daarvan zal i.h.b. sprake kunnen zijn wanneer het gaat om onderzoek van alle in de elektronische gegevensdrager of het geautomatiseerde werk opgeslagen of beschikbare gegevens met gebruikmaking van technische hulpmiddelen (HR 4 april 2017, ECLI:NL:HR:2017:588).

Lees meer >


Direct contact met een advocaat?
Meld gratis en vrijblijvend uw zaak aan.
Zaak aanmelden