Verklaring verdachte in reclasseringsrapport mag niet voor het bewijs worden gebruikt

Geplaatst op: 29 maart 2017

De verklaring van de verdachte over het strafbare feit in een reclasseringsrapport mag NIET worden gebruikt voor het bewijs van het ten laste gelegde. Dat heeft de Hoge Raad bepaald in zijn uitspraak van 18 september 2007, ECLI:NL:HR:2007:BA3610.

Lees meer >


Bewijs waarderen door rechters

Geplaatst op: 01 november 2016

Over de wijze waarop strafrechters in de dagelijkse praktijk bewijs waarderen, en daarbij gebruik maken van bewijstheoretische inzichten, is nog veel onduidelijk. Deze bijdrage geeft op basis van rechtspraakonderzoek een beeld hoe rechters oordelen over de betrouwbaarheid en bewijswaarde van bewijsmiddelen, en hoe zij de kwaliteit van de bewijsconstructie waarderen met behulp van het denken in alternatieve scenario’s. Het onderzoek geeft geen aanleiding te denken dat er grote fouten worden gemaakt of verkeerde beslissingen worden genomen. Wel blijkt dat rechters niet altijd even goed gebruik weten te maken van bepaalde relevante bewijsrechtelijke toetsstenen. Teneinde bewijstheorie hanteerbaar te maken voor de praktijk is voorts een belangrijke vraag in welke gevallen de rechter nu zou moeten denken in scenario’s.

Bewijs waarderen; Hoe doen strafrechters dat?

Lees meer >


Alternatief scenario dat niet kan worden weerlegd leidt tot vrijspraak

Geplaatst op: 23 oktober 2016

In het geval dat een verklaring van een verdachte niet zonder meer als ongeloofwaardig ter zijde kan worden geschoven, dient als uitgangspunt te gelden dat de alternatieve gang van zaken zal moeten worden weerlegd. Dat kan geschieden door opneming van bewijsmiddelen of vermelding, al dan niet in een nadere bewijsoverweging, van aan wettige bewijsmiddelen te ontlenen feiten en omstandigheden die de alternatieve lezing van verdachte uitsluiten (Gerechtshof Amsterdam. 21 november 2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:4850). Het ging hier om een zaak over overtreding van de Wet Wapens en Munitie en de Opiumwet.

Lees meer >


Betrouwbaarheid stemherkenningen

Geplaatst op: 10 oktober 2016

Stemherkenningen zijn lang niet zo betrouwbaar als vaak wordt gedacht. Er moet uiterst behoedzaam en terughoudend worden omgegaan met het gebruik van stemherkenningen door de rechter. Dat zijn de conclusies van Prof. dr. Broeders, deskundige op het gebied van stemherkenningen. Deze conclusies zijn overgenomen in verschillende uitspraken. Er wordt ook een toetsingskader gemaakt voor de beoordeling van de betrouwbaarheid van stemherkenningen.

Lees meer >


Kritiek stemherkenning door NFI

Geplaatst op: 10 oktober 2016

Ook wanneer de stemherkenning is gedaan door een deskundige van het NFI, kan de stemherkenning niet zonder meer voor het bewijs worden gebaseerd. Uit de jurisprudentie volgt dat hier behoedzaam mee moet worden omgesprongen.

Lees meer >


Waarschijnlijkheidsoordelen in NFI-rapporten

Geplaatst op: 27 september 2016

Wanneer deskundigen van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) een rapportage opstellen ten behoeve van de rechtbank, wordt de conclusie tegenwoordig in toenemende mate gesteld in termen van aannemelijkheidsverhoudingen (de zogeheten ‘logisch correcte methode’). Een voorbeeld naar aanleiding van gezichtsvergelijkend onderzoek, waarbij beelden van een beveiligingscamera worden vergeleken met een foto van de verdachte, luidt: ‘De bevindingen van het onderzoek aan de hand van het geselecteerde beeldmateriaal zijn veel waarschijnlijker als de daarop afgebeelde persoon dezelfde persoon is als de persoon op de pasfoto, dan als het een andere persoon betreft.’ In deze studie is experimenteel onderzocht of deze nieuwe methodiek begrepen wordt door hen die met zulke rapporten werken, welke fouten er toch worden gemaakt, en of het begrip dat men meent te hebben van de rapportages overeenkomt met de feitelijke mate van begrip.

Lees meer >


Bewijs waarderen; over de betrouwbaarheid van bewijs

Geplaatst op: 30 augustus 2016

Over de wijze waarop strafrechters in de dagelijkse praktijk bewijs waarderen, en daarbij gebruik maken van bewijstheoretische inzichten, is nog veel onduidelijk. Deze bijdrage geeft op basis van rechtspraakonderzoek een beeld hoe rechters oordelen over de betrouwbaarheid en bewijswaarde van bewijsmiddelen, en hoe zij de kwaliteit van de bewijsconstructie waarderen met behulp van het denken in alternatieve scenario’s. Het onderzoek geeft geen aanleiding te denken dat er grote fouten worden gemaakt of verkeerde beslissingen worden genomen. Wel blijkt dat rechters niet altijd even goed gebruik weten te maken van bepaalde relevante bewijsrechtelijke toetsstenen. Teneinde bewijstheorie hanteerbaar te maken voor de praktijk is voorts een belangrijke vraag in welke gevallen de rechter nu zou moeten denken in scenario’s.

Bewijs waarderen; over de betrouwbaarheid van bewijs


De verleiding van feiten van algemene bekendheid

Geplaatst op: 30 augustus 2016

Het artikel van L. Stevens in Delikt en Delinkwent van 2012 (eerste aflevering) is van belang voor de beoordeling van feiten van algemene bekendheid. Stevens is universitair hoofddocent straf(proces)recht aan de V.U. te Amsterdam.
Hij heeft het gebruik van feiten van algemene bekendheid onderzocht in de rechtspraak en ook de gevaren daarvan. Hij heeft aandacht besteed aan de jurisprudentie over de periode 2010-2011. Stevens concludeert dat feitenrechters in bepaalde gevallen relatief gemakkelijk aannemen dat er sprake is van een feit van algemene bekendheid. In hoger beroep blijft dit echter lang niet altijd in stand. Vaak blijken dan de specifieke omstandigheden van het geval toch een belangrijke rol te spelen.

Lees meer >


Geen toestemming voor DNA afname

Geplaatst op: 24 augustus 2016

Wanneer een verdachte toestemming heeft gegeven voor de afname van DNA, moet dit blijken uit een schriftelijke verklaring. De advocaat doet er daarom altijd verstandig aan om de verklaring van toestemming voor de afname van DNA bij het OM op te vragen, zo blijkt ook uit een uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland, 23 augustus 2016, ECLI:NL:RBMNE:2016:4653.

Lees meer >


Bloed in vingertop handschoen

Geplaatst op: 31 juli 2016

In het bloed van het slachtoffer op de plaats delict is een stukje van een handschoen gevonden. Het betreft een vingertop van een handschoen. Deze vingertop is naar het NFI gestuurd voor nader onderzoek. Blijkens het NFI-rapport van 20 oktober 2008 is op de binnenzijde van de vingertop een DNA-profiel, een biologische contactspoor, aangetroffen dat matcht met het DNA-profiel van de verdachte. [..] DNA-onderzoeksresultaten dienen, naar het oordeel van de rechtbank, met een zeer grote mate van voorzichtigheid te worden geïnterpreteerd. Nu zich in het dossier naast voornoemd DNA-profiel geen andere valide bewijsmiddelen bevinden, kan niet met een voldoende mate van zekerheid worden vastgesteld dat de verdachte het hem ten laste gelegde heeft begaan en dient de verdachte van de hem ten laste gelegde feiten te worden vrijgesproken (rb ‘s-Gravenhage, 9 juli 2009, ECLI:NL:RBSGR:2009:BJ2143).

Lees meer >


Direct contact met een advocaat?
Meld gratis en vrijblijvend uw zaak aan.
Zaak aanmelden