Vrijspraak poging moord vanwege onbetrouwbare getuigenverklaringen
Geplaatst op: 11 juni 2016De rechtbank komt tot een vrijspraak omdat zij de verklaringen van getuigen en de herkenning onvoldoende betrouwbaar vindt om de verdachte te veroordelen en komt daarom tot een vrijspraak (Rb Overijssel, 9 december 2015, ECLI:NL:RBOVE:2015:5461).
Lees meer >
Opsporingsconfrontatie alleen bij onbekende verdachte toegestaan
Geplaatst op: 06 juni 2016Wanneer de politie een opsporingsconfrontatie organiseert, is het niet de bedoeling dat de politieagenten die deze opsporingsconfrontatie leidt, ook de naam en het signalement van de verdachte kent. Een opsporingsconfrontatie is alleen bij een onbekende verdachte toegestaan, want anders ontstaat twijfel over de betrouwbaarheid van de herkenning, zo volgt ook uit de uitspraak van het gerechtshof Den Haag van 8 mei 2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:2625. Er werden twee essentiële fouten gemaakt:
- De bij de opsporingsconfrontatie betrokken politieagenten mogen niet hebben geweten dat de verdachte in het onderzoek reeds als verdachte in beeld was.
- Ook mochten zijn niet weten hoe de verdachte eruit zag
Lees meer >
Herkenning na tonen pasfoto kentekenhouder onbetrouwbaar
Geplaatst op: 06 juni 2016Een interessante zaak die illustreert hoe snel het fout kan gaan bij herkenningen is die van het gerechtshof Den Haag, 12 april 2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:BZ9508. Op zoek naar de verdachte van een zware mishandeling na een aanrijding toonde een BOA aan een aangever en een getuige een foto van de kentekenhouder van de auto met de mededeling “dit is de kentekenhouder, herkent u hem.”
Lees meer >
Getuigenverklaringen en de strafrechter
Geplaatst op: 05 juni 2016Artikel ‘Getuigenverklaringen en de strafrechter’ van Dr. M. Jelicic en prof. dr. H.L.G.J. Merckelbach over verhalen van getuigen en hoe ook verzonnen verhalen in ons geheugen kunnen worden geprent alsook hoe dit zich verhoudt tot hervonden herinneringen. Verder gaat het artikel ook over de vraag onder welke omstandigheden getuigen het beste kunnen waarnemen en wat de beperkingen zijn bij waarnemingen.
Lees meer >
Over getuigen, confrontaties en bewijs
Geplaatst op: 04 juni 2016Een oud onderzoek van het WODC naar de herkenning door ooggetuigen. Er is onderzoek gedaan naar herkenningstesten in strafzaken met getuigen bij de meervoudige kamer, de hierbij toegepaste procedures en de rol die de herkenningen bij het bewijs spelen. Dit werd gedaan aan de hand van een dossieronderzoek en gesprekken met de politie.
Lees meer >
Afluisteren telefoon advocaten niet meer mogelijk
Geplaatst op: 27 mei 2016Voor advocaten geldt het verschoningsrecht. Dat wil zeggen dat gesprekken die met advocaten niet mogen worden afgeluisterd en opgenomen. In het verleden is het voorgekomen dat uitgewerkte gesprekken tussen verdachten en geheimhouders in het procesdossier terecht zijn gekomen. Een bekend voorbeeld hiervan is de strafzaak tegen leden van de Hells Angels. Om dit in de toekomst te voorkomen zijn sindsdien maatregelen getroffen.
Lees meer >
Het gebruik van de telefoon- en internettap in de opsporing
Geplaatst op: 27 mei 2016Regelmatig verschijnt er in de media berichtgeving over het tappen in Nederland. Deze berichten zijn echter niet gevoed door recent onderzoek naar het gebruik van de tap. Het is vooral het gebrek aan informatie dat de toon van de artikelen bepaalt. Jaarlijks publiceert de minister van Veiligheid en Justitie het aantal telefoontaps dat door Nederlandse opsporingsdiensten is ingezet. Naar aanleiding van vragen uit de Tweede Kamer over deze tapstatistieken heeft de toenmalige minister van Justitie een onderzoek toegezegd naar het gebruik van de telefoontap (Kamerstukken II 2009/10, 30 517, nr. 16). Dit onderzoek heeft als doel inzicht te bieden in het feitelijk gebruik van de telefoon- en internettap bij de opsporing van strafbare feiten. Dit rapport bestaat uit meerdere delen. In deel I wordt de inleiding en de telefoon- en internetmarkt behandeld, in deel II wordt een beeld geschetst van de inzet van de telefoon- en internettap in de Nederlandse opsporingspraktijk, deel III van dit rapport is gericht op de vraag hoe de tap wordt ingezet in enkele ons omringende West-Europese landen (Engeland en Wales, Zweden en Duitsland) en in deel IV worden de bevindingen uit dit onderzoek besproken in een slotbeschouwing. In het onderzoek wordt uitgegaan van een getrapte vraagstelling:
1 Hoe wordt in Nederland gebruik gemaakt van de telefoon- en internettap tijdens het opsporingsproces?
2 Hoe wordt in enkele andere West-Europese landen met dit opsporingsmiddel omgegaan?
3 Kunnen (grote) verschillen tussen deze landen in het gebruik van dit opsporingsmiddel worden verklaard? Deze vraagstelling is uitgewerkt in verschillende onderzoeksvragen, die zich samen laten vatten als: hoe vaak, waarom en wanneer wordt de telefoon- en internettap ingezet, voor hoe lang wordt een tap aangesloten en wat voor een informatie levert het dan op?
Lees meer >
Vernietiging auto na verkeersongeval waardoor contra-expertise niet mogelijk is
Geplaatst op: 22 mei 2016In de zaak die leidde tot de uitspraak van de rechtbank Dordrecht, 24 februari 2012, LJN: BW3729 werd het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging omdat door de vernietiging van een in beslag genomen auto het recht op een eerlijk proces was geschonden nu contra-expertise niet meer mogelijk was. In de zaak was verder van belang dat het onderzoek niet door een verkeersongevallenanalist was gedaan maar enkel door een medewerker van de technische recherche.
Lees meer >
Enkele herkenning door politieagente onvoldoende overtuigen
Geplaatst op: 22 mei 2016In de jurisprudentie zien we verschillende uitspraken van rechters dat de stemherkenning door een enkele verbalisant onvoldoende is om met overtuiging bewijs te leveren dat de verdachte het feit heeft gepleegd.
Lees meer >
Stemherkenning onvoldoende betrouwbaar vanwege niet deskundig en tijdsverloop
Geplaatst op: 22 mei 2016In de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, 27 september 2007, ECLI:NL:RBROT:2007:BB4476 bestond het voornaamste bewijs uit de stemherkenning door verbalisanten. De rechtbank accepteerde dit echter niet als bewijs. Volgens de rechtbank was de stemherkenning onvoldoende betrouwbaar om als bewijs te worden gebruikt, om de volgende redenen:
- verbalisant en tolk waren geen wetenschappelijk onderlegde deskundigen zijn op het gebied van stemherkenning
- geen neutrale stemherkenning (in een vroegtijdig stadium van het onderzoek, hadden zij al aangenomen dat de stem in kwestie de stem van de verdachte moest zijn. Met deze wetenschap in het achterhoofd zijn deze latere stemherkenningen.
- het is niet uitgesloten dat de eerdere aanname van [verbalisant] en [tolk] dat het om verdachtes stem ging van invloed is geweest op de latere stemherkenningen
- Stemherkenning pas 8 tot 10 maanden na laatste verhoren (groot tijdsbestek tussen laatste live gesprek en stemherkenning)